K & D Accountants
Charles Stulemeijerweg 7
5026 RS Tilburg

T 013 4550935
E info@kdaccountants.nl
BTW NL 8592.259.14.B01

14
MRT
2020

Het coronavirus en ondernemen.

Posted By :
Comments : Off

Gezien de recente ontwikkelingen met betrekking tot het coronavirus, en de verwachte maatschappelijke gevolgen daarvan, kunnen wij ons voorstellen dat u zich zorgen maakt over de impact op uw bedrijf c.q. uw financiën. Wellicht heeft u zelfs al te maken met teruglopende omzet of zieke werknemers. Daarom willen wij u bij dezen informeren over een aantal concrete mogelijkheden die u openstaan, als u getroffen bent of verwacht dat u getroffen zult worden.

Werktijdverkorting en deeltijd-WW

Deze maatregel is de afgelopen weken in de media al aangestipt. Bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kunt u een aanvraag indienen voor een vergunning werktijdverkorting. Deze wordt voor een periode van maximaal 6 weken verleend. Deze periode kan worden verlengd, op aanvraag, met maximaal 18 weken. De totale periode voor deze faciliteit is dus 24 weken.
Op 11 maart, dus voor de aangekondigde nationale maatregelen, waren er al 1.700 aanvragen binnen bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Concreet gelden de volgende voorwaarden voor werktijdverkorting:
• uw bedrijf is getroffen door een bijzondere situatie die niet onder het normale ondernemersrisico valt;
• u verwacht voor een periode van minimaal 2 tot maximaal 24 kalenderweken minstens 20% minder werk.

Aantonen dat aan deze voorwaarden wordt voldaan, zal in de regel niet moeilijk zijn. Met een summier overzicht van annuleringen/afmeldingen komt u al een heel eind. Met daarbij een vergelijking van omzet voor en na de corona-gekte heeft u al veel ondervangen. Vanzelfsprekend zijn wij u daarbij graag behulpzaam.

Uitstel van betaling voor belastingschulden bij bijzondere omstandigheden

Om ervoor te zorgen dat ondernemers liquiditeitsproblemen beter het hoofd kunnen bieden, heeft u de mogelijkheid om bijzonder uitstel van betaling te verzoeken. Dit bijzonder uitstel kan worden verzocht voor de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting, de omzetbelasting (btw) en de loonheffing.

De Belastingdienst zal uitstel van betaling verlenen als:
• u schriftelijk motiveert dat u door de coronacrisis in de problemen bent gekomen,
• u “werkelijk bestaande” betalingsproblemen heeft (vooraf wordt dus geen uitstel verleend),
• deze problemen van tijdelijke aard zijn, en
• u een haalbaar aflossingsplan met een redelijke einddatum aanlevert.

Belangrijk voor het verkrijgen van dit uitstel is dat een externe deskundige een verklaring afgeeft waarmee hij/zij aannemelijk maakt dat het gaat om een gezonde en levensvatbare onderneming die voldoet aan de bovenstaande voorwaarden. Wij kunnen als accountantskantoor deze verklaring opstellen. Uit de verklaring moet bovendien blijken dat het in de toekomst inlopen van de betalingsachterstand haalbaar is. Een concreet aflossingsplan met een redelijke einddatum is dus vereist.
Als u openstaande belastingschulden heeft, die u door de coronacrisis niet kunt betalen, neemt u dan contact op met ons. Wij behandelen dit dan met de nodige spoed en zorg.

Voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting

Ondernemers betalen vaak belasting op basis van voorlopige aanslagen inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Daarbij schat de Belastingdienst aan het begin van het jaar de winst aan de hand van eerder aangegeven winsten. Het is goed mogelijk dat uw winst door de coronacrisis lager uitkomt dan eerder verwacht. Wij kunnen namens u een verzoek indienen voor een verlaging van de voorlopige aanslag, zodat u meteen minder belasting gaat betalen. De regering heeft toegezegd dat deze verzoeken in principe zonder problemen zullen worden ingewilligd door de Belastingdienst.

Overige maatregelen

De staatssecretaris van Economische Zaken streeft ernaar om eind maart met een tijdelijke verruiming van de regeling Borgstelling MKB-kredieten te komen waarbij de overheid voor een deel garant staat voor bankleningen aan ondernemers (voor investeringen maar ook voor overbruggingskrediet). In de huidige regeling is de maximale borgstelling van de overheid 45% van het verstrekte krediet. Dit wordt verruimd naar 67,5%. Bekend is al dat de nieuwe maatregel zal gelden tot 1 april 2021. Dit moet echter nog worden vastgelegd in beleid, dus het verhoogde percentage kan momenteel nog niet aangevraagd worden. Het is wel goed om dit in uw achterhoofd te houden als de situatie nijpender zou worden. Wij hopen met u dat het zover natuurlijk niet hoeft te komen.

Als u nadere vragen heeft, schroom dan niet om contact met ons op te nemen (013-4550935).

04
MRT
2020

Coronavirus en werk

Posted By :
Comments : Off

Het coronavirus (officieel COVID-19) is sinds 27 februari 2020 in Nederland, in Tilburg. Wat heeft dit voor gevolgen voor werkgevers en werknemers?

Bij ziekte van een werknemer, of dit nu vanwege het coronavirus is of om een andere reden, en of het in Nederland is of in het buitenland, gelden de normale regels bij ziekte. De werknemer moet zich ziek melden bij zijn werkgever en zich verder houden aan de procedures die bij zijn werkgever gelden. De werkgever zal in het algemeen het loon (tot een bepaald percentage) doorbetalen.

Het RIVM heeft in een aantal gevallen geadviseerd om thuis te blijven om anderen niet te besmetten. Als de werknemer zich in zo’n situatie bevindt, bijvoorbeeld als huisgenoten met COVID-19 zijn besmet of als de werknemer in een gebied is geweest waar het coronavirus heerst en hijzelf verkoudheidsklachten of koorts heeft, is het zaak dat de werknemer de leidinggevende en de huisarts op de hoogte stelt. Ook dan is er sprake van loondoorbetaling wegens ziekte.

Als de werknemer twijfelt of hij kan komen werken als hij terugkeert vanuit een risicogebied, dan kan in overleg met de werkgever worden besloten om thuis te werken. Het loon wordt dan gewoon doorbetaald. Ook als de werknemer naar een gebied gaat wat een risicogebied blijkt te zijn, is het zaak dat de werknemer en werkgever dit bespreken.

Moet de werknemer een ziek kind of familielid verzorgen als omschreven in de Wet arbeid en zorg, dan gelden in principe de regels met betrekking tot kortdurend zorgverlof. Als de zieke het coronavirus heeft, dient de werknemer dit aan de leidinggevende te melden.

Spelen er andere redenen bij de werknemer, bijvoorbeeld de angst om besmet te worden door collega’s, dan moet de werknemer gewoon komen werken. Wil de werknemer dat niet, dan zal hij met de werkgever moeten overleggen over thuiswerken, vakantiedagen opnemen of onbetaald verlof opnemen.

Dit zijn de standpunten op dit moment (03-03-2020). De Rijksoverheid houdt ons op de hoogte!

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-4550935.

20
FEB
2020

Toekomst KOR

Posted By :
Tags :
Comments : Off

Op 1 januari van dit jaar is de oude KOR vervangen. In plaats van te kijken naar de jaarlijkse afdracht wordt er nu gekeken naar de jaarlijkse omzet: als die onder de € 20.000 blijft, hoeft de ondernemer geen btw af te dragen. Keerzijde daarvan is dat ook geen betaalde btw in aftrek mag worden gebracht. Vanwege dit nadeel en de relatief lage omzetgrens viel het aantal aanmeldingen van de KOR de Belastingdienst wat tegen: ‘slechts’ 130.000 ondernemers passen vanaf 1 januari de nieuwe KOR toe. Wellicht dat dit in de toekomst gaat veranderen.

Er gaan namelijk stemmen op om de omzetgrens (flink) te verhogen en zo de KOR aantrekkelijker te maken. Dit maakt onderdeel uit van een Europees voorstel om de nalevingskosten voor internationale mkb-ondernemingen te verlagen. Ondernemingen met grensoverschrijdende activiteiten maken namelijk 11% meer kosten om de regels na te leven dan ondernemingen die alleen op hun thuismarkt actief zijn. Kleinere ondernemingen voelen dit het hardst en ervaren het als belemmering om hun groeiambities te verwezenlijken. De Europese Commissie probeert met hun voorstel meer ondernemingen in aanmerking te laten komen voor de vereenvoudigde btw-regels.

Het voorstel is om per 1 januari 2025 de KOR open te stellen voor alle ondernemingen met een omzet van minder dan € 85.000. Daarnaast worden er aanvullende vereenvoudigingen voorgesteld voor Europees opererende mkb-ondernemingen met omzet van minder dan € 2.000.000. Wij houden dit uiteraard scherp in de gaten, maar de eerste tekenen zijn positief.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-4550935.

06
DEC
2018

Vooruit factureren in 2018, 6 of 9% BTW?

Posted By :
Tags :
Comments : Off

Vooruit factureren in 2018, 6 of 9% BTW?

Van 6 naar 9% BTW.
Zoals bekend, wordt het lage BTW-tarief per 1 januari 2019 verhoogd van 6 naar 9%. Voor diensten en leveringen die verricht zijn na 31 december 2018, geldt het tarief van 9%. De Belastingdienst heeft echter toegezegd dat u toch 6% BTW mag factureren als u in 2018 al een vooruitbetaling heeft ontvangen. Denk aan servicecontracten, concertkaartjes, e.d. Maar hoe zit het als u in 2018 een factuur wilt uitreiken en u nog niet weet of uw afnemer in 2018 of in 2019 vooruit zal betalen ?

Vooruit factureren in 2018.
Deze vraag is onlangs beantwoord bij een toelichting op het wetsvoorstel. Er geldt namelijk een bijzondere regel als het gaat om een vooruitbetaling voor leveringen en diensten aan andere ondernemers of rechtspersonen. U moet dan een factuur uitreiken voor het tijdstip van de opeisbaarheid van de vooruitbetaling, met daarop het BTW-tarief zoals dat geldt op het factureringstijdstip. U mag dus bij de facturering in 2018 voor diensten en leveringen in 2019, 6% BTW berekenen als de vooruitbetaling is afgesproken. Het moment waarop u de betaling daadwerkelijk ontvangt, is dan niet van belang. De overgangsregeling kan schematisch als volgt worden weergegeven.

Verhoging Laag BTW-tarief 1 januari 2019 – Overgangsregeling
Factuur in

 

Dienst / levering in Betaling in Welk btw-tarief afdragen ?

 

Niet van belang 2018 Niet van belang 6%
2018 2019 2018 6%
2018(aan ondernemer / rechtspersoon) 2019 2019 6%
2018(aan consument) 2019 2019 9% (ook als er 6% op factuur stond)
2019 2019 2019 9%

Let op: Kunstmatige constructies zullen door de fiscus worden bestreden.

16
NOV
2018

Tweede Kamer neemt Belastingplan 2019 aan

Posted By :
Comments : Off

De Tweede Kamer heeft de wetsvoorstellen, die gezamenlijk het Belastingplan 2019 vormen, aangenomen. Het gaat om de wetsvoorstellen Belastingplan 2019, Overige Fiscale Maatregelen 2019, Fiscale Vergroeningsmaatregelen 2019, Bedrijfsleven 2019, Implementatie EU-richtlijn ATAD1, Modernisering Kleineondernemersregeling in de omzetbelasting, Implementatie artikel 1 Richtlijn Elektronische Handel in de omzetbelasting en de aanpassing van de kansspelbelasting voor sportweddenschappen. Via amendementen zijn enkele wijzigingen aangebracht in de oorspronkelijke wetsvoorstellen Belastingplan 2019, Fiscale Vergroeningsmaatregelen 2019 en Implementatie EU-richtlijn ATAD1.

Zo is een wijziging aangebracht in de Gemeentewet die gemeenten de mogelijkheid geeft om voor sportaccommodaties, dorpshuizen en andere sociaal belang behartigende instellingen het tarief voor woningen te hanteren in de onroerendezaakbelasting in plaats van het tarief voor niet-woningen. Het tarief voor woningen is meestal lager dan het tarief voor niet-woningen.

In de afvalstoffenbelasting is een wijziging aangebracht in de vorm van een vrijstelling voor de afgifte van afzonderlijk aangeboden asbest en asbesthoudende producten afkomstig van asbestdaken. Tegelijk wordt het tarief van de afvalstoffenbelasting verhoogd met 73 cent van € 31,39 naar € 32,12 per 1.000 kilogram afvalstoffen.

Voor de controlled foreign company-maatregel ter beperking van de deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting is sprake van een gecontroleerd lichaam als dat lichaam is gevestigd in een laagbelastende staat. Van een laagbelastende staat is onder andere sprake bij een winstbelasting van minimaal 9%. Dat tarief is bij amendement gewijzigd; het wetsvoorstel ging uit van een tarief van 7%.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 35026 | 16-11-2018
15
NOV
2018

Beperk de belastingheffing in box 3

Posted By :
Comments : Off

Het vermogen van een natuurlijke persoon, dat niet in box 1 of in box 2 valt, valt in box 3. In box 1 valt het ondernemingsvermogen en de eigen woning, in box 2 vallen aandelen die een aanmerkelijk belang vormen. Schulden komen in mindering op het vermogen in box 3. Dat geldt echter niet voor belastingschulden. Alleen erfbelastingschulden kunnen als schuld in box 3 worden opgevoerd.

U kunt de belastingheffing in box 3 beperken door uw belastingschulden voor de jaarwisseling te betalen. Als u verwacht dat u belasting moet (bij)betalen, is het raadzaam om de Belastingdienst te vragen om een voorlopige aanslag of om een aangifte in te dienen en de aanslag voor de peildatum te betalen. Heeft u het verzoek uiterlijk acht weken voor het einde van het jaar gedaan, maar heeft de Belastingdienst nog niet of te laat gereageerd op het verzoek, dan mag u het nog niet betaalde bedrag wel als schuld in box 3 aanmerken.

Maak gebruik van de vrijstellingen
Er bestaan diverse vrijstellingen in box 3, bijvoorbeeld voor voorwerpen van kunst en wetenschap en voor groene beleggingen. Het kan aantrekkelijk zijn om belast vermogen (tijdelijk) om te zetten in vrijgesteld vermogen. Belegt u groen, dan bespaart u niet alleen belasting in box 3, maar profiteert u ook van een extra heffingskorting in box 1 van 0,7% van de waarde van de vrijgestelde beleggingen. Voor groene beleggingen geldt een vrijstelling van maximaal €  57.845 (€ 115.690 voor fiscale partners).

Bron: Overig | publicatie | 15-11-2018
15
NOV
2018

Vermogensoverheveling naar de (klein)kinderen

Posted By :
Comments : Off

Na uw overlijden gaat uw vermogen naar uw erfgenamen. Uw erfgenamen moeten over hun aandeel in de nalatenschap erfbelasting betalen. Heeft u geen testament, dan geldt het wettelijk erfrecht. Dat komt er in veel gevallen op neer dat de echtgenoot en de kinderen voor gelijke delen erven, waarbij het vruchtgebruik van de kindsdelen naar de echtgenoot gaat. De kinderen krijgen een vordering op de echtgenoot. Voor de echtgenoot geldt een hoge vrijstelling. De vrijstelling voor de kinderen is echter beperkt.

Testament?
De wettelijke regeling kan goed uitpakken, maar een goed testament kan helpen om bij overlijden belasting te besparen. Soms wordt gekozen voor het verschuiven van erfbelasting in plaats van besparen van erfbelasting. Een mogelijke reden hiervoor is dat het geld vastzit, bijvoorbeeld in een huis of in beleggingen. Het kan fiscaal gunstig zijn om ook de kleinkinderen te laten erven, bijvoorbeeld door voor hun legaten op te nemen in het testament. Een kleinkind kan van zijn grootouders een bedrag van € 20.371 belastingvrij erven. Wanneer u een testament heeft, is het goed om te laten controleren of uw testament nog actueel is en passend bij uw huidige situatie en bij uw wensen. Heeft u geen testament, overweeg dan om een testament op te laten stellen.

Gebruik de schenkingsvrijstellingen
Door tijdens uw leven (een deel van) uw vermogen over te dragen aan uw kinderen kan de heffing van erfbelasting worden beperkt. Door schenkingen te spreiden in de tijd kunt u optimaal gebruik maken van de bestaande vrijstellingen. Schenkingen aan uw kinderen zijn vrij van schenkbelasting tot € 5.363 per kind. Voor kinderen tussen 18 en 40 jaar geldt eenmalig een verhoogde vrijstelling van € 25.731. De verhoogde vrijstelling kan verder worden verhoogd tot € 53.602 als de schenking betrekking heeft op een dure studie van het kind. Heeft uw kind voor 1 januari 2010 gebruik gemaakt van de verhoogde vrijstelling, dan is een aanvullende schenking voor studie of woning vrijgesteld tot maximaal € 27.871. Schenkingen aan kleinkinderen of aan anderen zijn vrijgesteld tot een bedrag van € 2.147.

Vrijstelling schenking eigen woning
Doet u een schenking die verband houdt met de financiering van een eigen woning van de verkrijger, dan geldt een zeer ruime vrijstelling van € 100.800. Voor het benutten van deze vrijstelling hoeft er geen familierelatie tussen schenker en verkrijger te zijn. De verkrijger moet tussen 18 en 40 jaar oud zijn. Het bedrag van € 100.800 wordt verminderd met eerder toegepaste verhoogde vrijstellingen, voor zover het gaat om schenkingen van ouders aan kinderen voor de eigen woning of de studie. In bepaalde situaties is het mogelijk om een eerdere vrijgestelde schenking voor de eigen woning aan kinderen belastingvrij aan te vullen.

Bron: Overig | persbericht | 15-11-2018
15
NOV
2018

Controleer uw hypotheek(rente)

Posted By :
Comments : Off

Gezien de lage rente, die u krijgt op uw spaartegoed, kan het aantrekkelijk zijn om (extra) af te lossen op uw hypotheekschulden. Hoewel de hypotheekrente nog steeds heel laag is, ligt deze toch hoger dan de spaarrente. Boetevrije aflossing is vaak mogelijk tot 10 of zelfs 20% van de oorspronkelijke hoofdsom. Aflossing met spaargeld verlaagt bovendien het vermogen in box 3, waardoor u mogelijk minder belasting betaalt.

Heeft u de rente in het verleden voor langere tijd vastgezet op een hoger niveau dan de huidige rente? Informeer bij uw bank naar de mogelijkheid van rentemiddeling of vraag eens wat het u kost aan boeterente om het contract open te breken en de rente op een lager niveau vast te zetten. Omdat er altijd een deel extra mag worden afgelost, kan dit voordelig zijn. De boeterente die u bij vervroegde aflossing moet betalen is aftrekbaar.

Oriënteer u eens bij andere geldverstrekkers dan uw huisbankier. Ondanks de kosten van een nieuwe hypotheek kan het voordeliger zijn om over te stappen. Denk eens aan uw eigen bv als geldverstrekker voor uw hypotheek.

Betaal hypotheekrente vooruit
Verwacht u in 2019 een veel lager inkomen in box 1 dan in 2018? Dan kan het aantrekkelijk zijn om de hypotheekrente van het eerste halfjaar van 2019 vooruit te betalen en in 2018 tegen een hoger belastingtarief in aftrek te brengen.

Bron: Overig | publicatie | 15-11-2018
15
NOV
2018

Btw-heffing kortingsbonnen

Posted By :
Comments : Off

Per 1 januari 2019 verandert de wet- en regelgeving voor de heffing van omzetbelasting ten aanzien van vouchers. Dat is het gevolg van een aanpassing van de Europese btw-richtlijn 2006. In verband hiermee wordt het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 (UBOB 1968) aangepast. In het UBOB 1968 is een regeling opgenomen voor de btw-behandeling van zegels en waardebonnen.

Het gaat om gevallen waarin de ondernemer bij de levering van goederen aan zijn afnemers gratis waardebonnen verstrekt, die bij hem of bij een andere ondernemer kunnen worden ingewisseld tegen goederen, al dan niet met bijbetaling. Waardebonnen die kunnen worden ingewisseld tegen goederen of diensten zonder bijbetaling vallen onder de per 1 januari 2019 geldende wettelijke regeling voor vouchers. Waardebonnen die kunnen worden ingewisseld tegen goederen of diensten met bijbetaling zijn kortingsbonnen. Voor kortingsbonnen wordt een regeling opgenomen in het UBOB 1968. De nieuwe regeling gaat ook gelden voor waardebonnen die niet gratis worden verstrekt. Er zijn waardebonnen die naar keuze kunnen worden gebruikt als voucher voor bepaalde goederen of diensten of als kortingsbon voor andere goederen of diensten. Deze waardebonnen vallen onder de toepassing van het UBOB 1968 voor zover zij worden gebruikt als kortingsbon. De regels voor kortingsbonnen in het UBOB 1968 sluiten aan op de in de Wet OB 1968 opgenomen heffingsregels voor vouchers.

De nieuwe regeling voor kortingsbonnen is als volgt. De ondernemer, die bij de levering van goederen of diensten kortingsbonnen verstrekt, wordt btw verschuldigd over de vergoeding, ook als een deel van de vergoeding betrekking heeft op de kortingsbonnen. De verstrekking van de kortingsbonnen heeft pas gevolg voor de btw-heffing bij de inwisseling ervan. Over de bijbetaling bij de inwisseling van de kortingsbonnen moet btw worden berekend vermeerderd met het bedrag dat voor de bonnen is betaald.

Bron: Ministerie van Financiën | besluit | Staatsblad 2018 383 | 15-11-2018
15
NOV
2018

Vrijstelling assurantiebelasting voor brede weersverzekering

Posted By :
Comments : Off

Het kabinet wil de brede weersverzekering voor landbouwers aantrekkelijker maken door deze vrij te stellen van assurantiebelasting. Dat heeft de staatssecretaris van Financiën gezegd in reactie op een motie van de Tweede Kamer waarin om die vrijstelling is gevraagd. De staatssecretaris tekent daarbij aan dat niet zeker is of een vrijstelling van assurantiebelasting EU-rechtelijk houdbaar is, omdat er al een tegemoetkoming voor de premie van de brede weersverzekering bestaat. De Europese Commissie zal worden verzocht om goedkeuring te verlenen aan de invoering van de vrijstelling in de assurantiebelasting voor de brede weersverzekering. Het is de bedoeling dat een voorstel tot invoering van de vrijstelling wordt opgenomen in het Belastingplan 2020.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2018-0000188216 | 15-11-2018