K & D Accountants
Charles Stulemeijerweg 7
5026 RS Tilburg
T 013 4550935
E info@kdaccountants.nl
BTW NL 8592.259.14.B01
K & D Accountants
Charles Stulemeijerweg 7
5026 RS Tilburg
T 013 4550935
E info@kdaccountants.nl
BTW NL 8592.259.14.B01
Een zoon ontvangt in 2014 en 2018 twee schenkingen van zijn ouders voor zijn eigen woning. Beide partijen denken dat de tweede schenking ook belastingvrij is. De inspecteur legt echter een aanslag schenkbelasting op, omdat de vrijstelling maar eenmaal geldt. De zoon stort het geld terug. Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat de schenking rechtsgeldig is vernietigd wegens wederzijdse dwaling en vermindert de aanslag naar nihil.
De zoon ontvangt op 26 december 2014 van zijn ouders € 70.624 voor zijn eigen woning. De inspecteur verleent de eenmalig verhoogde vrijstelling (de jubelton). Op 24 december 2018 volgt een tweede schenking voor de eigen woning. Het totaal van beide schenkingen blijft nét onder de grens van € 100.000. In de aangifte doet de zoon opnieuw een beroep op de verhoogde vrijstelling. De inspecteur wijst dit af. De vrijstelling geldt slechts eenmalig. Hij legt een aanslag schenkbelasting op. De zoon stort vlak daarna het bedrag van de tweede schenking terug. Hij schrijft dat hij er niet in is geslaagd het geld aan het omschreven doel te besteden.
De zoon stelt dat de schenkingsovereenkomst is vernietigd wegens wederzijdse dwaling. Zowel hij als zijn ouders dachten dat beide schenkingen waren vrijgesteld. Volgens de Hoge Raad kan wederzijdse dwaling leiden tot een verplichting om de schenking ongedaan te maken. Dit kan tot vermindering van de aanslag leiden, tenzij het beroep op vernietiging is voorgewend. Het hof oordeelt dat de zoon voldoende aanknopingspunten voor wederzijdse dwaling heeft verschaft. De belastingadviseur van vader heeft op diens vraag geantwoord dat ook de tweede schenking zou zijn vrijgesteld. Het totale bedrag bleef nét onder € 100.000. In de aangifte is verzocht om toepassing van de verhoogde vrijstelling. Dit wijst erop dat partijen oprecht dachten dat de vrijstelling van toepassing was.
De inspecteur stelt dat de vernietiging is voorgewend, omdat tussen de aanslag en de terugbetaling slechts korte tijd zit. Het hof volgt dit niet. Het bericht van de inspecteur maakte partijen duidelijk dat zij hadden gedwaald. Bovendien was de schenking nog niet besteed aan de verbouwing. De terugbetaling kort na de aanslag is onvoldoende om te oordelen dat de vernietiging is voorgewend. Met de brief en de terugbetaling heeft de zoon voldaan aan de vereisten voor wederzijdse dwaling. De schenkingsovereenkomst is rechtsgeldig vernietigd.
