K & D Accountants
Charles Stulemeijerweg 7
5026 RS Tilburg

T 013 4550935
E info@kdaccountants.nl
BTW NL 8592.259.14.B01

12
NOV
2020

Investeringsaftrek

Posted By :
Comments : Off

De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) bedraagt voor investeringen boven € 2.400 tot een bedrag van € 58.238 28% van het investeringsbedrag. Het maximum van de KIA is € 16.307. Het bedrag van de KIA blijft tot een investeringsbedrag van € 107.848 gelijk, om daarna af te nemen. Door uw investeringen slim te plannen kunt u de KIA optimaliseren. De KIA geldt niet voor alle bedrijfsmiddelen, er zijn uitzonderingen. In aanvulling op de KIA heeft u mogelijk recht op energie-investeringsaftrek (EIA) of op milieu-investeringsaftrek (MIA).

Plan de verkoop van bedrijfsmiddelen
Bij de verkoop van bedrijfsmiddelen, waarvoor u eerder KIA hebt gehad, moet u een deel van het genoten voordeel terugbetalen als de verkoop plaatsvindt binnen vijf jaar na het begin van het kalenderjaar van aanschaf. Stel de verkoop zo mogelijk uit tot na het vijfde jaar.

Bron: Overig | publicatie | 10-11-2020
12
NOV
2020

Fiscale eenheid vennootschapsbelasting

Posted By :
Comments : Off

De vennootschapsbelasting kent twee tarieven. Het lage tarief is van toepassing over de eerste tariefschijf. Het hoge tarief is verschuldigd over de winst boven de eerste tariefschijf. Per 1 januari 2021 zou het hoge tarief dalen van 25 naar 21,7%. Dat gaat niet door. Het lage vennootschapsbelastingtarief daalt wel van 16,5 naar 15%. De eerste tariefschijf wordt in 2021 verlengd van € 200.000 tot € 245.000 en vervolgens tot € 395.000 in 2022.

Onder voorwaarden kan een groep van vennootschappen voor de vennootschapsbelasting een fiscale eenheid vormen. Voordelen daarvan zijn dat onderlinge transacties onbelast kunnen plaatsvinden en dat slechts één aangifte vennootschapsbelasting hoeft te worden gedaan. Nadelen zijn de hoofdelijke aansprakelijkheid van alle delen van de fiscale eenheid voor vennootschapsbelastingschulden en het slechts eenmaal kunnen benutten van het tariefvoordeel van de eerste schijf. Gezien de verschillen tussen het hoge en het lage tarief kan het aantrekkelijk zijn om een bestaande fiscale eenheid te verbreken.

Wilt u per 1 januari 2021 één of meer vennootschappen uit een bestaande fiscale eenheid halen? Zorg er dan voor dat het verzoek tot ontvoeging uiterlijk op 31 december 2020 is ingediend. Verbreking van de fiscale eenheid per begin van het jaar kan wenselijk zijn als het de bedoeling is om een vennootschap in de loop van 2021 te verkopen.

Bron: Overig | publicatie | 10-11-2020
12
NOV
2020

Bijtelling privégebruik fiets

Posted By :
Comments : Off

Wanneer een werknemer een fiets ter beschikking heeft gekregen van zijn werkgever, dan moet voor het privégebruik van de fiets een bijtelling bij het loon plaatsvinden. Sinds 2020 geldt een forfaitaire bijtelling van 7% van de waarde van de fiets op jaarbasis. De regeling geldt voor gewone fietsen, e-bikes en speedpedelecs, ongeacht of de werknemer de fiets privé gebruikt.

Bron: Overig | publicatie | 10-11-2020
12
NOV
2020

Bijtelling privégebruik auto

Posted By :
Comments : Off

Voor het privégebruik van een auto van de zaak moet een bijtelling bij het loon van de werknemer worden gedaan. De standaardbijtelling bedraagt 22% van de catalogusprijs van de auto. Voor auto’s die voor 2017 zijn aangeschaft of geleaset gelden andere percentages. Lagere bijtellingen gelden gedurende 60 maanden. Daarna geldt de standaardbijtelling. Voor auto’s van voor 2017 bedraagt de standaardbijtelling niet 22 maar 25%.

Bijtelling elektrische auto
De bijtelling voor een in 2020 nieuw aangeschafte elektrische auto bedraagt 8% over de eerste € 45.000 van de catalogusprijs. Voor het meerdere geldt de reguliere bijtelling van 22%. Per 1 januari 2021 gaat de bijtelling voor nieuwe elektrische auto’s omhoog naar 12% over de eerste € 40.000 en 22% over het meerdere. Deze bijtellingspercentages gelden voor in het kalenderjaar nieuw aangeschafte auto’s en gelden gedurende 60 maanden.

Overweegt u de aanschaf van een elektrische auto, investeer of lease dan nog in 2020 om gedurende 60 maanden het voordeel van de lagere bijtelling te hebben. Omdat de verlaagde bijtelling geldt voor een periode van 60 maanden vanaf de datum waarop de auto op kenteken is gezet, kunt u overwegen om een jong gebruikte elektrische auto, liefst van voor 2019, aan te schaffen. U profiteert dan niet van de verlaagde bijtelling over de volle 60 maanden, maar slechts over de resterende maanden.

Verklaring geen privégebruik
Als de werknemer op jaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé rijdt met de auto van de zaak kan de bijtelling achterwege blijven. De werknemer moet daarvan het bewijs leveren, bijvoorbeeld aan de hand van een kilometeradministratie. De werkgever kan de bijtelling achterwege laten als de werknemer een sluitende kilometeradministratie overlegt van de gereden kilometers of als de werknemer een verklaring van de Belastingdienst verstrekt dat er met de auto van de zaak niet meer dan 500 kilometer privé wordt gereden. De Belastingdienst geeft een dergelijke verklaring op verzoek van de werknemer af. Ook bij gebruik van een verklaring moet de werknemer bewijs kunnen leveren. Zonder bewijs waaruit blijkt dat de werknemer niet meer dan 500 privékilometers met de auto heeft gereden geldt gedurende het gehele jaar de bijtelling.

Bron: Overig | publicatie | 10-11-2020
12
NOV
2020

Benut de mogelijkheden van de werkkostenregeling

Posted By :
Comments : Off

Uitgangspunt van de werkkostenregeling is dat alle vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers loon vormen, ook als het gaat om kosten die 100% zakelijk zijn. Er is een vrije ruimte waarbinnen vergoedingen en verstrekkingen belastingvrij gegeven kunnen worden. De vrije ruimte bedraagt 1,7% over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom en 1,2% (2021: 1,18%) over het meerdere. Is het totale bedrag aan vergoedingen en verstrekkingen aan uw werknemer hoger dan de vrije ruimte, dan moet u over het meerdere een zogenaamde eindheffing van 80% betalen.

Let op!  In 2020 bedraagt de vrije ruimte voor de eerste € 400.000 van de loonsom 3%. Maak van deze extra ruimte gebruik!

Eindejaarsuitkeringen en bonussen zijn doorgaans bruto. Wellicht kunt u deze uitkeringen geheel of gedeeltelijk belastingvrij doen, bijvoorbeeld in de vorm van een vergoeding voor reiskosten.

Voor bepaalde vergoedingen en verstrekkingen gelden aparte vrijstellingen, die niet ten laste komen van de vrije ruimte. Wanneer de vergoeding hoger is dan de daarvoor geldende norm, dan is het deel boven de norm belastbaar loon van de werknemer. Er zijn ook verstrekkingen die op nihil worden gewaardeerd. Daarvoor hoeft dus geen bedrag bij het loon geteld te worden.

Bron: Overig Wed, 11 Nov 2020 00:00:00 +0100
12
NOV
2020

Wet homologatie onderhands akkoord

Posted By :
Comments : Off

De Wet homologatie onderhands akkoord treedt op 1 januari 2021 in werking. De wet maakt mogelijk dat een dreigend faillissement van een onderneming met levensvatbare activiteiten wordt voorkomen door het sluiten van een akkoord. De wet kent daarvoor twee procedures:

  1. een besloten akkoordprocedure buiten faillissement;
  2. een openbare akkoordprocedure buiten faillissement.

De openbare akkoordprocedure buiten faillissement moet worden aangemeld bij de Europese Commissie om opgenomen te worden op bijlage A van de Insolventieverordening. Met de aanmelding is enige tijd gemoeid.

De rechtbank kan een onderhands akkoord tussen een onderneming en haar schuldeisers en aandeelhouders over herstructurering van bedrijfsschulden goedkeuren. Door goedkeuring van de rechtbank geldt het akkoord voor alle betrokken schuldeisers en aandeelhouders, ook al hebben zij niet ingestemd met het akkoord.

Voordat de rechter een beslissing neemt over verzoeken die in het kader van de totstandkoming van het akkoord aan hem worden voorgelegd, moet hij eerst vaststellen of hij rechtsmacht heeft om deze verzoeken in behandeling te nemen. Zodra de openbare akkoordprocedure is vermeld op bijlage A bij de Insolventieverordening, is in het kader van die procedure bepalend of het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar gelegen is in één van de lidstaten van de EU, met uitzondering van Denemarken. Is dit het geval, dan wordt op grond van de Insolventieverordening bepaald of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft. Zolang de openbare akkoordprocedure buiten faillissement nog niet op bijlage A van de Insolventieverordening is vermeld, dient de vraag of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft beantwoord te worden aan de hand van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering.

Bron: Overig | wetswijziging | Staatsblad 2020, 415 | 02-11-2020
05
NOV
2020

Versoepeld uitstelbeleid belastingschulden verlengd tot 1 januari 2021

Posted By :
Comments : Off

De staatssecretarissen van Financiën hebben in een brief aan de Tweede Kamer meegedeeld dat het versoepelde uitstelbeleid van de Belastingdienst is verlengd tot 1 januari 2021. Dit beleid was per 1 oktober geëindigd, waardoor het uitstel uiterlijk op 31 december 2020 afliep. Ondernemers kunnen nu tot 1 januari een verzoek om uitstel op grond van het versoepelde beleid indienen. De verlenging geldt zowel voor ondernemers die niet eerder om uitstel hebben verzocht als voor ondernemers die dat nogmaals willen doen. Na afloop van de uitstelperiode komen de ondernemers in aanmerking voor de aflossingsregeling van 36 maanden voor de openstaande belastingschuld, mits zij aan de voorwaarden voldoen van het beleidsbesluit.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2020-0000212840 | 02-11-2020
05
NOV
2020

Uitstel aanvraag vaststelling NOW-2

Posted By :
Comments : Off

In een brief aan de Tweede Kamer schrijft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat de openstelling van het vaststellingsloket voor de NOW-2 wordt uitgesteld van 15 november 2020 naar 15 april 2021. De aanleiding hiervoor is de werkbelasting van het UWV. Aanvragen voor vaststelling van de NOW-1 kunnen sinds 7 oktober jl. worden ingediend. Aanvragen van subsidie (dus niet de vaststelling daarvan) voor de NOW-3 is mogelijk vanaf 16 november. Naar verwachting kunnen de volgende tranches van de NOW-3 vanaf 15 februari respectievelijk 17 mei 2021 worden aangevraagd.

De minister deelt in de brief verder mee, dat bij terugvordering van bedragen, die onder de NOW-1 zijn betaald, een ondergrens van € 500 zal worden gehanteerd. In voorkomende gevallen krijgt de werkgever wel een terugvorderingsbeschikking voor een lager bedrag, maar hoeft hij dat niet terug te betalen.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | publicatie | 2020-0000142747 | 25-10-2020
29
OKT
2020

Nota naar aanleiding verslag wijziging box 3

Posted By :
Comments : Off

De staatssecretaris van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag betreffende het wetsvoorstel wijziging box 3 naar de Tweede Kamer gestuurd. In de nota wordt een overzicht gegeven van de spaar- en beleggingsrendementen voor 2020 en 2021, het belastingtarief, het heffingvrije vermogen en de tariefschijven.

  2020

2021

ongewijzigd beleid

2021

wetsvoorstel

 spaarrendement  0,07%  0,03%  0,03%
 beleggingsrendement  5,28%  5,69%  5,69%
 belastingtarief  30%  30%  31%
 heffingvrij vermogen  € 30.846  € 31.340  € 50.000
 eerste schijf  € 72.797  € 73.962  € 50.000
 tweede schijf  € 1.005.572  € 1.021.661  € 950.000

 

 

 

 

 

 

 

 

In de nota staat een aardig voorbeeld van de ontwikkeling van de belastingheffing, uitgaande van een vermogen in box 3 van € 137.000. In 2020 is daarover € 810 belasting verschuldigd. Door de wijziging van het spaar- en beleggingsrendement in 2021 stijgt het inkomen in box 3 van € 2.699 in 2020 naar € 2.851 in 2021. Bij ongewijzigd beleid zou de verschuldigde belasting daardoor stijgen naar € 849. Op grond van het wetsvoorstel daalt het inkomen in box 3 in 2021 naar € 2.614 door de aanpassing van het heffingvrij vermogen en de schijfgrenzen. Rekening houdend met het nieuwe belastingtarief is de verschuldigde belasting in 2021 € 810, gelijk aan de verschuldigde belasting in 2020.

Het omslagpunt waarbij het gewijzigde beleid in 2021 ten opzichte van het oude beleid nadeliger wordt voor belastingplichtigen ligt bij een vermogen van € 220.000. Zowel bij voortzetting van het oude beleid als bij het gewijzigde beleid bedraagt de verschuldigde belasting  bij dat vermogen € 1.997.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 2020-0000194911 | 15-10-2020
29
OKT
2020

Extra maatregelen coronacrisis

Posted By :
Comments : Off

Het kabinet heeft een uitbreiding van het pakket aan maatregelen ter bestrijding van de coronacrisis aangekondigd. Het gaat om de volgende maatregelen.

Subsidieregeling voorraad- en aanpassingskosten horeca
Ter compensatie van de kosten die de horeca heeft door de gedwongen sluiting wordt een eenmalige subsidie verstrekt. Deze subsidie bedraagt 2,75% van de omzetderving voor eet- en drinkgelegenheden. Bij de uitvoering van deze regeling wordt aansluiting gezocht bij de TVL-regeling. Naar verwachting is het vanaf medio november mogelijk om de TVL, inclusief de nieuwe subsidie voor de horeca, aan te vragen.

Tijdelijke verbreding van de TVL
Het kabinet heeft besloten om de TVL in het vierde kwartaal van 2020 open te stellen voor alle sectoren. Dat betekent dat de SBI-code-afbakening ter vaststelling van de doelgroep voor deze periode komt te vervallen. De bestaande voorwaarden voor een uitkering uit de TVL blijven gelden. De SBI-codes worden wel gebruikt voor de vaststelling van de hoogte van de vaste lasten. Krediet- en financiële instellingen zijn uitgezonderd van de TVL.

Evenementenbranchemodule
Vanwege de seizoensafhankelijkheid van de evenementenbranche heeft het kabinet besloten eenmalig een module in de TVL op te nemen voor deze branche. Een onderneming komt voor de module in aanmerking wanneer:

  • De onderneming wel voor TVL 1.0 in aanmerking is gekomen, maar niet voor TVL in het vierde kwartaal omdat de referentieomzet te laag is.
  • De SBI-code van de onderneming evenement-gerelateerd is.
  • De onderneming aantoonbaar minimaal één festival of evenement heeft georganiseerd of voor minimaal 70% van de omzet afhankelijk is van levering aan festivals of evenementen.

De hoogte van de uitkering is gebaseerd op de hoogte van de TVL 1.0 subsidie van de onderneming.

Premiemaatregel voor overwerk
Sinds de invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans per 1 januari 2020 betalen werkgevers een lage WW-premie voor vaste contracten en een hoge WW-premie voor flexibele contracten. Werkgevers moeten ook de hoge WW-premie betalen voor vaste werknemers die in een kalenderjaar meer dan 30% hebben overgewerkt. Deze regeling is voor het jaar 2020 opgeschort. Omdat ook in 2021 in bepaalde sectoren veel overwerk nodig zal zijn als gevolg van corona, hoeft ook in 2021 bij meer dan 30% overwerk de hoge WW-premie niet te worden betaald. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid werkt deze aanpassing op korte termijn uit.

Verlenging Garantieregelingen
De corona garantie-instrumenten en de financieringsregelingen COL worden verlengd tot en met 30 juni 2021. De regeling BMKB-C wordt verlengd tot eind 2021.

Cultuur
Het kabinet heeft voor de cultuursector € 482 miljoen extra beschikbaar gesteld voor de eerste helft van 2021. Dit bedrag komt bovenop de generieke steunmaatregelen waarvan de sector gebruik kan maken. Het steunpakket moet nog worden uitgewerkt en kan naar verwachting op 16 november aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Het kabinet stelt € 40 miljoen beschikbaar voor de niet-gesubsidieerde cultuursector.

Sportverenigingen
Eerder dit jaar zijn sportverenigingen, die hun accommodatie huren, gecompenseerd voor hun vaste lasten via de regeling Tegemoetkoming Verhuurders Sportaccommodaties (TVS). De verenigingen, die de accommodatie in eigendom hebben, zijn toen gecompenseerd via de regeling Tegemoetkoming Amateursportorganisaties (TASO). Dit sport-specifieke pakket wordt aangepast en opnieuw opengesteld voor de periode van 1 oktober t/m 31 december. Daarnaast kan de sportsector, als aan de geldende voorwaarden voldaan wordt, gebruik maken van de generieke steunmaatregelen.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | CE-AEP / 20270015 | 26-10-2020