K & D Accountants
Charles Stulemeijerweg 7
5026 RS Tilburg

T 013 4550935
E info@kdaccountants.nl
BTW NL 8592.259.14.B01

06
MEI
2020

4 wijzigingen in de NOW-regeling

Posted By :
Comments : Off

Er zijn een aantal wijzigingen op de NOW-regeling afgekondigd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Deze wijzigingen tonen zijn niet voor iedereen relevant, maar tonen wel aan dat men de vinger aan de pols houdt bij de praktijk.

Hieronder een overzicht van vier wijzigingen met beknopte uitleg.

  1. Aanpassing omzetbepaling bij concerns
  2. Openbaarmaking
  3. Informatieverplichting bij loonkostensubsidie
  4. Buitenlands rekeningnummer


1. Aanpassing omzetbepaling bij concerns

Een praktisch punt bij concerns was dat individuele werkmaatschappijen wel te maken konden hebben met minimaal 20% omzetverlies, maar het concern als geheel niet. Individuele werkmaatschappijen kunnen nu NOW aanvragen op basis van hun eigen omzetverlies. Daaraan worden wel nadere voorwaarden verbonden:

  1. Het mag niet gaan om een personeels-BV, omdat juist in zo’n BV omzetdaling op concernniveau en inzet van personeel samen komen.
  2. Een werkmaatschappij met meer dan 20 werknemers dient een akkoord te hebben met de betreffende vakbond over werkbehoud. Als er geen betreffende vakbond is OF als er minder dan 20 werknemers zijn, moet dit akkoord er zijn met “een andere vertegenwoordiging van werknemers”.
  3. Het hele concern mag over 2020 geen dividend uitkeren, geen bonus uitkeren en geen eigen aandelen inkopen. Dit verbod geldt tot aan en inclusief de datum waarop de jaarrekening 2020 door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders wordt vastgesteld. Deze eis is zowel formeel als materieel: de verklaring dat aan deze voorwaarde zal worden voldaan moet in de administratie worden bewaard, en het concern dient zich materieel aan de verplichting gehouden te hebben.
  4. Uiteraard geldt dit alleen voor nieuwe aanvragen.

2. Openbaarmaking

Voor de NOW-regeling wordt een groot beroep gedaan op publieke middelen. Daarom is transparantie over de besteding van deze middelen van groot belang. De werkgever die NOW aanvraagt, wordt dan ook geacht akkoord te zijn met het eventueel openbaar maken van informatie uit het subsidiedossier. De regering geeft hierbij aan dat de rechtsgrond voor openbaarmaking niet het Besluit NOW zou zijn, maar de Wet Openbaarheid van Bestuur. Deze wijziging is ook helemaal ingericht op een eventueel WOB-verzoek: zonder deze bepaling zou eerst een zienswijze van de subsidieontvanger gevraagd moeten worden.

3. Informatieverplichting bij loonkostensubsidie

In de NOW-regeling was een verplichting opgenomen voor werkgevers die loonkostensubsidie ontvangen: de ontvangen NOW-subsidie moest worden gemeld aan de gemeente van wie de werkgever de loonkostensubsidie ontvangt. Dit was bedoeld om gemeenten de mogelijkheid te geven om de loonkostensubsidie lager vast te stellen in verband met de ontvangen NOW. Deze verrekening blijkt nu echter moeilijk of niet uitvoerbaar te zijn. Uitdrukkelijk wordt dus geaccepteerd dat in deze gevallen dubbele subsidiëring plaatsvindt.

4. Buitenlands rekeningnummer

Op deze wijziging zijn we trots, omdat we op dit punt zelf de Kamerleden Omtzigt, Lodders en Leijten benaderd hebben
In de NOW-regeling was als voorwaarde opgenomen dat een werkgever met een buitenlands bankrekeningnummer binnen vier weken de aanvraag moest aanvullen met een Nederlands bankrekeningnummer. In de praktijk was het echter onmogelijk om aan deze voorwaarde te voldoen. Een reisje naar de bank, niet zijnde een reisje naar de bankautomaat, is bijvoorbeeld in België een niet-essentiële verplaatsing.

De regeling is daarom aangepast. Werkgevers met een niet-Nederlands SEPA-bankrekeningnummer hoeven niet langer een Nederlands bankrekeningnummer aan te leveren. In voorkomende gevallen zal het SEPA-bankrekeningnummer mogelijk wel moeten worden doorgegeven aan de Belastingdienst.

Heeft u n.a.v. dit bericht of de NOW-regeling vragen? Neem contact op met uw relatiebeheerder, met de heer Rob Gerlings of met Eric van Erve. We zijn u graag van dienst.

29
APR
2020

Je betalingsverplichtingen onder controle – 6 tips

Posted By :
Tags : ,
Comments : Off

Je bedrijf is liquide als je op korte termijn aan alle betalingsverplichtingen kunt voldoen. Maar de ontwikkelingen rondom het coronavirus hebben invloed op jouw portemonnee. Je ziet je inkomsten dalen, maar de rekeningen, rente en belastingen moeten wel nog betaald worden. Toch? Met deze 6 tips hou je je betalingsverplichtingen onder controle.

  1. Maak een liquiditeitsprognose: dat is je basis

Weten wat je liquiditeitspositie per week inhoudt is misschien wel het belangrijkste om rust in de tent te houden of te brengen. Maar hoe doe je dat? Op zich is het niet zo moeilijk. Je begint met je banksaldo van vandaag. Vervolgens zet je alle inkomsten die je per dag verwacht en de uitgaven die je van plan bent te doen eronder. Dus: je beginsaldo + je inkomsten – je uitgaven = je liquiditeitspositie in die periode. Ook, en misschien juist wel nu, doe je dit ook voor je privépositie. Een plus is prima, maar bij een min moet je actie ondernemen.
Doe dit voor een paar weken of zelfs een paar maanden vooruit. Eigenlijk net zolang als dat je zicht hebt op je inkomsten (opdrachten) en uitgaven. Op basis hiervan beslis je of extra financiering noodzakelijk is. Om ondernemers tijdens de huidige coronacrisis tegemoet te komen, heeft de regering extra regelingen in het leven geroepen.

  1. Onderzoek je mogelijkheden

Nadat je de liquiditeitsprognose hebt opgesteld, kijk je afzonderlijk naar je debiteuren, je crediteuren, je eventuele voorraden en je privéuitgaven. In de volgende stappen analyseer je de verplichtingen en de mogelijke ruimte die je kunt creëren. Denk dan bijvoorbeeld aan het uitstellen van aflossingen aan je bank (een bank is ook gewoon een crediteur).

  1. Neem contact op met je debiteuren

Zijn jouw debiteuren nog in staat om binnen de afgesproken termijn te betalen? Neem contact met ze op om daar inzicht in te krijgen. Overweeg een korting te geven als ze vroeg(er) kunnen betalen. Dat kan mogelijk zijn voor ondernemers met klanten waarvan grote afhankelijkheid bestaat. Dit kost uiteraard geld, maar je verzekert jezelf als het ware van liquide middelen.

Bij langere opdrachten, kun je mogelijk werken met deelfacturen. Dat kan mogelijk nog gunstiger zijn dan een aanbetaling vooraf in combinatie met een factuur aan het einde van je opdracht.

  1. Beoordeel je voorraadpositie

Houd je een voorraad aan? Zorg er dan voor dat deze werkbaar is voor een bepaalde orderperiode, maar minimaliseer deze. Voorraad kost geld. Afspraken met je leveranciers over leveringstermijnen kunnen hierbij helpen. Af en toe een keer ‘nee’ verkopen, hoeft op zich geen groot probleem te zijn. Als je de klant maar goed informeert wanneer er wel geleverd wordt. Bereken wat dit betekent voor je liquiditeitspositie. Dat is tenslotte de aanleiding om je voorraadpositie te beoordelen.

  1. Ga na wie nog geld van jou tegoed heeft

Nu je grip hebt op je debiteuren en voorraad, kijk je naar je crediteuren. Welke partijen hebben er nog geld van jouw onderneming tegoed? Orden je crediteuren in gelijkwaardige groepen:

  1. Leveranciers van goederen en diensten die te maken hebben met je primaire bedrijfsproces, dus jouw handel.
  2. Leveranciers van goederen en diensten voor je bedrijfshuishouding, zoals energieleveranciers en telefoonbedrijven.
  3. Je verhuurder of je hypotheekverstrekker.
  4. De Belastingdienst, gemeenten en andere overheden.
  5. Vast, tijdelijk, flexibel etc.

Bekijk per crediteurengroep of je afspraken kunt maken over betalingen en of je gebruik kunt maken van regelingen.

Met crediteuren uit de eerste groep kun je mogelijk betalingsregelingen overeenkomen. Een mogelijkheid hierbij is een betaalschema opstellen. Dit houdt in dat je overeenkomt om de nog te betalen som over een langere periode uitspreidt. Dus in plaats van € 10.000 in een keer, betaal je € 2.500 in de komende 4 maanden.

Leveranciers uit groep 2 betreffen vaak abonnementen. Beoordeel of deze abonnementen nog van toegevoegde waarde zijn voor je bedrijf. Mogelijk is het zelfs verstandig om je pakket te herzien of bepaalde minder noodzakelijk extra’s eraf te halen.

Voor je crediteuren uit de derde groep zijn mogelijk afspraken te maken om tijdelijk te verlagen of een maand later te betalen. Er zijn inmiddels voorbeelden bekend waarbij huurders en verhuurders hebben afgesproken 50/50 te doen. Dus de huur voor enkele maanden met de helft te verlagen. Verhuurders werken hier regelmatig aan mee, omdat leegstand helemaal niets opbrengt. Banken versoepelen hun aflossingsregimes: maak hier gebruik van.

De vierde groep, de Belastingdienst, gemeenten en andere overheden hebben speciale maatregelen getroffen of zijn daar op dit moment mee bezig. Een van de coronamaatregelen die de Belastingdienst heeft ingevoerd is een uitstelregeling. Daarnaast heeft de overheid de BBZ-regeling verruimd om de ergste nood te ledigen. Deze tijdelijke voorziening inkomensondersteuning voor zzp en mkb vraag je aan bij je gemeente.

Tot slot je personeel in de vijfde groep. Dit is jouw ‘goud’, dus ben daar voorzichtig mee. Gemotiveerd personeel doet ook nu een extra stapje. Maar heb je toch onvoldoende werk voor je personeel? Bekijk dan welke regelingen voor jou van toepassing zijn, zoals de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging ten behoeve van behoud van Werkgelegenheid (NOW).

  1. Privé uitgaven

Datgene wat je voor je bedrijf doet, kun je ook voor je privésituatie doen. Stel dus ook een privébegroting op voor de komende periode. Het is voor ieder persoonlijk welke uitgaven essentieel, belangrijk en niet-noodzakelijk zijn. Loop eens door je abonnementen en beoordeel of je ergens voor betaalt waar je geen of weinig gebruik van maakt.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-4550935.

29
APR
2020

8 vragen en antwoorden over het besluit Tozo

Posted By :
Comments : Off
In de afgelopen week is het Besluit Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) officieel bekendgemaakt. Dit Besluit en de toelichting daarop brengt meer duidelijkheid voor een dga met een eigen BV. Graag brengen wij u daarvan op de hoogte. Lees hieronder de toelichting en 8 belangrijke vragen rondom de TOZO. Contouren Tozo De Tozo is een verruiming van de bijstand voor zelfstandigen (Bbz), bedoeld voor ondernemers die ouder zijn dan 18 jaar maar die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt. Binnen de Tozo-regeling wordt de dga behandeld als een zelfstandig ondernemer, dus alsof de dga winst geniet uit een eenmanszaak of een VOF. Voor een gehuwde dga is de maximale uitkering € 1.500 en voor een alleenstaande dga is de maximale uitkering € 1.050. Omdat wettelijk is bepaald dat een Bbz-uitkering de echtgenoten gezamenlijk toekomt, dienen echtgenoten de Tozo gezamenlijk aan te vragen. Als beide echtgenoten dga’s of zelfstandigen zijn, dan kan bij de gezamenlijke aanvraag bij de opgave van het inkomen worden uitgegaan van het inkomen van de minstverdienende echtgenoot. Het inkomen van de meestverdienende partner blijft achterwege. Inkomen Voor de Tozo-regeling is het vermogen niet relevant, slechts het inkomen bepaalt of er recht is op de tegemoetkoming. De dga dient uit te gaan van het daadwerkelijk genoten loon uit de BV, en de nettowinst die de BV behaalt in de periode waarin de Tozo wordt uitgekeerd. De nettowinst van de BV wordt zo nodig toegerekend naar evenredigheid van het percentage aandelenbezit in de onderneming. Uiteraard gaat het hier om nettowinst na verrekening van vennootschapsbelasting (Vpb). De optelsom van daadwerkelijk genoten loon + nettowinst na Vpb mag worden verminderd met 18 procent. Dit is het percentage dat een bijstandsgerechtigde per saldo over de uitkering aan inkomstenbelasting en premies verschuldigd is. Het inkomen dat dan overblijft, is het genoten netto-inkomen volgens de Tozo-regeling.Natuurlijk zijn er addertjes onder het gras. Daarom hieronder een paar belangrijke verduidelijkingen middels 8 vragen.
  1. Over welke periode moet ik het inkomen berekenen?
De Tozo-regeling bekijkt uw inkomen per maand. Dat betekent dat u in principe elke maand uw inkomen zoals hierboven vermeld, moet berekenen. Omdat de bijstand een inlichtingenplicht kent, bent u ook verplicht om wijzigingen in dit inkomen door te geven aan de gemeente. Bij de aanvraag kunt u aangeven in welke maand de Tozo-uitkering moet ingaan, en welk inkomen in die maand moet worden verrekend met die uitkering.
  1. Wat betekent die inlichtingenplicht nu concreet?
Als u een beroep doet op de Tozo bent u verplicht om uit eigen beweging alle inlichtingen te verstrekken die van invloed kunnen zijn op het recht op of de hoogte van de Tozo. Een wijziging van het inkomen dient u dus door te geven, maar ook een eventuele echtscheiding. Dat laatste heeft namelijk invloed op de maximale hoogte van de Tozo. Deze inlichtingenplicht begint al bij de aanvraag!
  1. Wat als ik de inlichtingenplicht niet of niet voldoende naleef?
Dan zal de gemeente de ten onrechte verstrekte of de teveel verstrekte Tozo terugvorderen.
  1. Wordt achteraf nog rekening gehouden met mijn totale inkomen over 2020?
Nee. Uit het inkomen van het boekjaar 2020 kan namelijk niet worden afgeleid wat het inkomen is geweest over de drie maanden waarover bijstand is verleend. Ook zou het jaarinkomen ook inkomen van vóór en (hopelijk) ná de coronacrisis bevatten, en dat strookt niet met het doel van ondersteuning bij financiële problemen ten gevolge van de coronacrisis.
  1. Wordt deze uitkering belast?
Ja. Deze uitkering wordt belast volgens de normale regels, en dat betekent dat de genoten uitkering zal moeten worden opgegeven in uw aangifte inkomstenbelasting 2020.
  1. Ik heb een holdingstructuur. Telt de winst van mijn werkmaatschappij ook mee?
Omdat wordt uitgegaan van nettowinst verminderd met Vpb valt ook het deelnemingsresultaat (lees: de nettowinst van de dochtermaatschappij) onder de nettowinst volgens de Tozo. Dat maakt een goede voorbereiding op uw Tozo-aanvraag noodzakelijk. Wij helpen u daar graag bij. Neemt u hiervoor contact op met uw relatiebeheerder of de heer Rob Gerlings.
  1. Ik heb in maart al financiële problemen gehad. Kan ik de Tozo nog vanaf maart aanvragen?
Ja. De hoofdregel is dat een aanvraag terugwerkende kracht heeft tot 1 maart. Tenzij u zelf aangeeft dat de financiële problemen in maart nog niet bestonden, krijgt u dus ook over maart nog de Tozo.
  1. De Tozo was toch een gift? Waarom hoor ik dan toch dat de gemeente mag terugvorderen?
De Tozo waarop u recht hebt, wordt verstrekt als gift. Om de ergste nood te lenigen, wordt gewerkt met voorschotten. Deze voorschotten kunnen dus wel gecorrigeerd worden. Het bedrag waarop u uiteindelijk recht heeft, hoeft u niet terug te betalen. Tenzij sprake is van fraude of misbruik. Heeft u n.a.v. het Tozo-besluit vragen? Neem contact op met uw relatiebeheerder, met de heer Rob Gerlings of met Eric van Erve. We zijn u graag van dienst.
14
APR
2020

Wat mag u als werkgever vergoeden bij thuiswerken?

Posted By :
Comments : Off
Nu mensen meer dan gebruikelijk thuiswerken, komt ook de vraag welke fiscale gevolgen dat kan hebben in de relatie van werknemer en werkgever. Welke kosten mag ik als werknemer aftrekken? De extra kosten die u maakt en investeringen die u doet om (beter) thuis te kunnen werken, zijn niet aftrekbaar in uw aangifte inkomstenbelasting. Sterker nog, er liggen zelfs negatieve gevolgen op de loer bij uw reiskosten. Zo is een werkgever in basis niet verplicht om reiskosten te betalen als u niet op het bedrijf komt werken. Maar zelfs als hij daartoe wel bereid zou zijn – of als dat zo is overeengekomen – mag uw werkgever na de zesde week geen onbelaste reiskostenvergoeding meer verstrekken. Hij is vanaf dat moment verplicht om loonbelasting in te houden op dan nog uitbetaalde reiskosten. Toevoeging 15 april: Op dit punt is echter een wetswijziging aangekondigd, zodat het binnenkort mogelijk zal zijn om de reiskostenvergoeding toch te blijven verstrekken als te doen gebruikelijk. En dus onbelast voorzover dat voorheen ook gebeurde. Wat mag ik als werkgever vergoeden bij thuiswerken? Voor de werkgever zijn er anderzijds wel mogelijkheden om een werknemer fiscaal vriendelijk tegemoet te komen. Zo mag u als werkgever zaken aanschaffen voor de werknemer als u dat nodig acht voor de goede uitoefening van diens werkzaamheden. Dat gaat dan bijvoorbeeld om gereedschap, computer en/of mobiele telefoon (alsmede de bijbehorende abonnementen) die door de werknemer zakelijk gebruikt worden. Ook is het mogelijk om een werkblad, bureau, en of bureaustoel (die voldoen aan de ARBO-eisen) te verzorgen voor de werknemer. Hetzelfde geldt voor goede verlichting op de thuiswerkplek. Alles zonder dat daarover loonheffing verschuldigd zal zijn. Zijn er zaken waarover u twijfelt in de mogelijke aanschaf? Laat het ons weten! Neem contact op met uw relatiebeheerder, met de heer Rob Gerlings of met Eric van Erve. We zijn u graag van dienst.
20
FEB
2020

Toekomst KOR

Posted By :
Tags :
Comments : Off

Op 1 januari van dit jaar is de oude KOR vervangen. In plaats van te kijken naar de jaarlijkse afdracht wordt er nu gekeken naar de jaarlijkse omzet: als die onder de € 20.000 blijft, hoeft de ondernemer geen btw af te dragen. Keerzijde daarvan is dat ook geen betaalde btw in aftrek mag worden gebracht. Vanwege dit nadeel en de relatief lage omzetgrens viel het aantal aanmeldingen van de KOR de Belastingdienst wat tegen: ‘slechts’ 130.000 ondernemers passen vanaf 1 januari de nieuwe KOR toe. Wellicht dat dit in de toekomst gaat veranderen.

Er gaan namelijk stemmen op om de omzetgrens (flink) te verhogen en zo de KOR aantrekkelijker te maken. Dit maakt onderdeel uit van een Europees voorstel om de nalevingskosten voor internationale mkb-ondernemingen te verlagen. Ondernemingen met grensoverschrijdende activiteiten maken namelijk 11% meer kosten om de regels na te leven dan ondernemingen die alleen op hun thuismarkt actief zijn. Kleinere ondernemingen voelen dit het hardst en ervaren het als belemmering om hun groeiambities te verwezenlijken. De Europese Commissie probeert met hun voorstel meer ondernemingen in aanmerking te laten komen voor de vereenvoudigde btw-regels.

Het voorstel is om per 1 januari 2025 de KOR open te stellen voor alle ondernemingen met een omzet van minder dan € 85.000. Daarnaast worden er aanvullende vereenvoudigingen voorgesteld voor Europees opererende mkb-ondernemingen met omzet van minder dan € 2.000.000. Wij houden dit uiteraard scherp in de gaten, maar de eerste tekenen zijn positief.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-4550935.