K & D Accountants
Charles Stulemeijerweg 7
5026 RS Tilburg

T 013 4550935
E info@kdaccountants.nl
BTW NL 8592.259.14.B01

14
DEC
2021

Maximum premieloon 2022 stijgt, maar betalen werkgevers daardoor meer loonkosten en klopt het wat de media daarover zegt?

De loonkosten voor een ondernemer bestaan uit het brutoloon (inclusief vakantiegeld, 13e maand, toeslagen en belaste vergoedingen etc.) en onbelaste vergoedingen. De werknemersverzekeringen en bijdrage zorgverzekeringswet behoren tot de loonkosten en ook de werkgeversbijdrage van het pensioen.

Er is een maximum gesteld waarover de werknemersverzekeringen en bijdrage zorgverzekeringswet berekend worden, het zogenaamde maximum premieloon. Het maximum premieloon van 2021 is € 58.311 per medewerker. Dit maximum premieloon is vanaf 1 januari 2022 € 59.706 per werknemer. Dit betekent dat over het premieloon van maximaal € 59.706 per jaar of € 4.975,50 per maand premies werknemersverzekeringen en zorgverzekeringswet betaald moeten worden. Heeft een werknemer een hoger premieloon dan € 4.975,50 per maand dan hoeft er over maximaal € 4.975,50 premies betaald te worden.

Als het maximum premieloon stijgt, wil dit dan ook zeggen dat de loonkosten stijgen? Nee, dat hoeft niet het geval te zijn. Ten eerste verdient groot(ste) deel van de werknemers minder dan het maximum premieloon. En ten tweede als de premies werknemersverzekeringen dalen kun je per saldo uitkomen op lagere loonkosten. Maar stijgen de werknemersverzekeringen in 2022? De meeste werknemersverzekeringen stijgen. Maar er zijn ook werknemersverzekeringen die iets zullen dalen. Omdat verschillende werknemersverzekeringen in 2022 zullen stijgen zal in de media vaak gezegd (gaan) worden dat voor (alle) werkgevers de loonkosten zullen stijgen. Maar dat is lang niet altijd waar.

Niet alle werknemers betalen namelijk hetzelfde premie-percentage werknemersverzekeringen. De premie is afhankelijk of je een kleine, middelgrote of grote ondernemer bent, of je werknemers oproepkracht of niet zijn en in welke sector de onderneming door de belastingdienst is ingedeeld. Je bent een kleine werkgever als de loonsom minder is dan € 346.000 en boven een loonsom van € 3.460.000 ben je een grote werkgever. De sectorindeling is afhankelijk van de bedrijfsactiviteiten en bepaalt de hoogte van de premie Werkhervattingskas. Je betaalt een hoge WW-premie voor werknemers die oproep zijn, een contract voor bepaalde tijd hebben of geen schriftelijke arbeidsovereenkomst hebben. Voor andere werknemers met een contract voor onbepaalde tijd betaal je een lage premie WW.

Uitgaande van een kleine werkgever zonder pensioen met een gemiddelde premie Werkhervattingskas die alleen vast personeel in dienst heeft was de premie werknemersverzekeringen en bijdrage zorgverzekeringswet in 2021 16,23%. Dezelfde werkgever betaald in 2022 16,91%. Dus voor deze werkgever stijgen de premies en het maximum premieloon en dus de totale loonkosten. Maar ben je een kleine werkgever in detailhandel en had je in 2021 alleen maar oproepkrachten en in 2022 alleen vaste medewerkers die voor onbepaalde tijd in dienst zijn, dan betaal je in 2021 21,25%. Voor 2022 ga je nog maar 16,92% betalen. En in detailhandel verdienen de meeste werknemers minder dan het maximum premieloon van 2021 of 2022, de stijging van het maximum premieloon heeft dan geen effect. De daling van de loonkosten wordt veroorzaakt door vast personeel in plaats van oproepers of werknemers met een tijdelijk contract. Het is in ieder geval altijd goedkoper om geen oproepkrachten of tijdelijke contracten te hebben.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over de pensioenpremies. De berekening is anders dan de premie werknemersverzekeringen. De grondslag voor pensioen is (meestal) het salaris inclusief vakantiegeld minus een franchise. Over die franchise hoeft geen premie betaald te worden. Stel dat de franchise in 2021 € 15.000 en salaris inclusief vakantiegeld is € 50.000. De pensioenpremie wordt dan berekend over € 35.000.  Is de franchise in 2022 € 16.000 en bij een gelijkblijvend salaris moet er dan over € 34.000 pensioenpremie betaald worden. De premiepercentages van de pensioenfondsen zijn voor 2022 nog niet allemaal bekend. Het premiepercentage van Zorg en Welzijn gaat iets omhoog terwijl het premiepercentage bij pensioenfonds detailhandel gelijk blijft. Ook ambtenaren blijven in 2022 hetzelfde premiepercentage betalen.

Net zoals de media stelt dat voor alle werkgevers de loonkosten zullen stijgen zal de media eind dit jaar of begin volgend jaar ook wel gaan roepen dat iedere werknemer er in Nederland op vooruit gaat of juist op achteruit gaat. Veel gegevens voor de loonberekening 2022 zijn nu nog niet bekend waardoor het voor de media nu nog niet mogelijk is om te zeggen dat iedereen netto meer of minder gaat verdienen. Maar zodra wat meer cijfers bekend zijn zul je in de media al snel horen dat iedereen erop vooruit gaat of dat juist iedereen netto minder gaat verdienen. Maar klopt dat ook? Nee, de media gaat altijd uit van gemiddelden. Maar als je bijvoorbeeld in de zorg werkt zul je een hoger percentage pensioenpremie moeten betalen. Werk je in de horeca of detailhandel dan blijven de percentages gelijk. Maar omdat de franchises nog niet bekend zijn weten we nu nog niet of er ook volgend jaar meer of minder pensioen op je loonstrook wordt ingehouden. Val je onder een CAO die volgend jaar een loonstijging heeft afgesproken dan ga je netto waarschijnlijk meer verdienen. Maar val je onder een CAO die geen salarisverhoging heeft afgesproken dan kan het ook zo maar zijn dat je minder netto gaat verdienen. Dus als een medewerker volgend jaar zegt dan hij minder netto verdient terwijl volgens de media iedereen meer gaat verdienen dan kan dat kloppen.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-4550935.

 

 

14
DEC
2021

Verlaging schenkingsvrijstelling 2022, moet ik in december nog schenken?

Het bedrag wat jaarlijks vrijgesteld geschonken kan worden is in 2021 tijdelijk verhoogd (vanwege corona).

  • De jaarlijkse vrijstelling voor schenkingen van ouders aan kinderen beloopt daarom op dit moment nog € 6.604, maar neemt per 1 januari af naar € 5.677.
  • Dito voor schenkingen aan kleinkinderen. Daarvoor geldt nu tijdelijke een vrijstelling van € 3.244 en die daalt naar € 2.274.

 

Mocht u al overwegen om (vrijgesteld) te schenken, dan zou het een idee kunnen zijn om dat nog dit jaar te doen. Zeker als dit voor de ontvanger van die gift betekent dat er dan geen schenkbelasting verschuldigd is.

Voor schenkingen die niet hoger zijn dan de genoemde grenzen hoeft overigens geen aangifte te worden gedaan.

 

Mocht nu naar aanleiding van dit bericht nog vragen hebben, dan zullen uw relatiebeheerder of ondergetekende u graag van dienst zijn, 013-4550935.

30
NOV
2021

Steunmaatregelen vierde kwartaal 2021

Posted By :
Comments : Off

Nu de coronacijfers toch weer zeer scherp aan het stijgen zijn, en een avondlockdown is ingesteld, is het steunpakket weer in volle omvang in werking gesteld. Wij zetten de belangrijkste zaken op een rij, zodat u weet waar u aan toe bent als u last heeft of houdt van de beperkende maatregelen in verband met het coronavirus.

 

 

  • NOW november-december 2021

 

De werking van de nieuwe tranche NOW (die loopt van 1 november tot en met 31 december 2021) blijft in grote lijnen hetzelfde. Voor deze tranche NOW wordt uitgegaan van het SV-loon in september 2021. De loonsom wordt verhoogd met een opslag voor werkgeverslasten van 40%. En van die verhoogde loonsom wordt maximaal 85% vergoed.

Voorwaarde is dat u te maken heeft met een omzetverlies van minimaal 20%. Anders dan bij andere tranches kunnen werkgevers bij de NOW-5 aanvraag niet langer kiezen over welke maanden zij het omzetverlies willen laten berekenen. Voor elke werkgever wordt het omzetverlies berekend over de maanden november en december 2021.

Er is ook in deze tranche een beperking ten aanzien van het maximale omzetverlies verwerkt. Voor deze tranche kunt u een maximaal omzetverlies van 80% opgeven.

Het zogenaamde loonsomvrijstellingspercentage wordt echter verhoogd naar 15%. Dat betekent dat de loonsom in november en december 2021 met maximaal 15% mag dalen ten opzichte van september 2021 zonder dat dit gevolgen heeft voor de subsidie. Dit percentage is verhoogd, omdat werkgevers pas vanaf afgelopen vrijdag weten dat er een nieuwe NOW komt en zij tussen 13 november en vandaag wellicht al personeel hebben moeten laten gaan of niet meer hebben opgeroepen. Door hun lagere loonsom zouden zij dan minder NOW-subsidie ontvangen, terwijl zij hier geen rekening mee konden houden.

Op dit moment is nog niet gecommuniceerd wanneer een aanvraag gedaan kan worden. Het ministerie van SZW hoopt dat de aanvraag nog dit jaar gedaan kan worden. Uiteraard houden wij dit in de gaten en zijn wij u graag behulpzaam bij een aanvraag, indien gewenst. Neemt u daarvoor contact op met uw relatiebeheerder of de heer Rob Gerlings.

 

 

  • TVL Q4 2021

 

Voor de TVL blijft een omzetdaling van 30% vereist. Men gaat daarvoor uit van de omzetdaling zoals die blijkt uit de btw-aangiften.

De btw-omzet van het vierde kwartaal 2021 wordt vergeleken met de btw-omzet van het vierde kwartaal 2019 OF het eerste kwartaal 2020. Ook voor TVL Q4 2021 is het vergoedingspercentage 100%.

Indien er TVL van € 125.000 of hoger wordt aangevraagd, moet er bij de aanvraag een accountantsproduct worden aangeleverd. Deze zijn inmiddels door onze beroepsorganisatie goedgekeurd. Neemt u bij vragen over deze verklaring contact op met uw relatiebeheerder of de heer Rob Gerlings.

Het minimumsubsidiebedrag blijft € 1.500 en voor mkb-bedrijven is het maximale subsidiebedrag € 550.000. Van belang is ook dat het maximale totaalbedrag aan TVL dat een onderneming kan ontvangen in de gehele ‘coronaperiode’ is verhoogd van € 1,8 miljoen naar € 2,3 miljoen.

Wanneer de TVL Q4 2021 aangevraagd kan worden, is nog niet bekend gemaakt.

 

Vanzelfsprekend helpen wij u graag bij een aanvraag indien u dat wenst. Neemt u daarvoor contact op met uw relatiebeheerder, de heer Rob Gerlings of ondergetekende.

 

 

  • Bijzonder uitstel van betaling

 

Nog steeds geldt dat degenen die verlengd uitstel hebben gekregen vanaf 1 oktober 2022 de opgebouwde belastingschuld moeten gaan aflossen. Daarvoor krijgt u 5 jaar de tijd.

Het nieuwe uitstel geldt alleen voor de betalingsverplichtingen die in het vierde kwartaal van 2021 opkomen. Om de liquiditeitsproblemen van ondernemers te verlichten verlengt het kabinet het uitstel van betaling van belastingen over het vierde kwartaal van 2021 voor de ondernemers die nog openstaande belastingschulden hebben onder het bijzonder uitstel van betaling vanwege de coronacrisis. Zij hoeven hiervoor geen actie te ondernemen. Dit verlengde uitstel van betaling geldt voor alle belastingen die op grond van het Besluit noodmaatregelen coronacrisis voor uitstel in aanmerking komen en waarvan de uiterste betaaldatum voor 1 februari verstrijkt, bijvoorbeeld de kwartaalaangiftes btw over het laatste kwartaal van 2021. Deze belastingschuld wordt opgeteld bij de belastingschuld die vanaf 1 oktober 2022 in 60 maanden moet worden afgelost.

Ondernemers die niet eerder uitstel van betaling vanwege de coronacrisis hadden aangevraagd of inmiddels de uitgestelde belastingschuld volledig hebben voldaan, kunnen door de aanvullende coronamaatregelen (weer) in betalingsproblemen komen. Voor deze groepen ondernemers wordt daarom de mogelijkheid geopend om uitstel van betaling aan te vragen voor de betaling van hun belastingen over het vierde kwartaal.

Het gematigd boetebeleid blijft ook van kracht: opgelegde verzuimboetes worden verminderd tot nihil zolang het uitstel loopt. Verder is ook de verhoging van de invorderingsrente, die per 1 januari 2022 aangekondigd was, voorlopig van de baan.

 

 

Of de steunmaatregelen ook in (een deel van) 2022 nog van kracht zijn, is nog onduidelijk. Dat zal afhangen van de duur van de verscherpte maatregelen. Wij houden dit in de gaten en informeren u zodra wij meer weten.

 

Voor nadere vragen kunt u terecht bij uw relatiebeheerder of de heer Rob Gerlings 013-4550935. Wij doen er alles aan om u zo goed mogelijk van dienst te zijn en te blijven.

21
OKT
2021

Doorwerken na AOW leeftijd, waar moet je op letten?

Posted By :
Comments : Off

Op dit moment heerst er krapte op de arbeidsmarkt. Veel werkgevers kunnen niet aan personeel komen en willen dan ook graag dat werknemers die de AOW-leeftijd bereiken of bereikt hebben nog blijven werken. Maar waar moet je op letten.

 

Na het bereiken van de AOW leeftijd is de werknemer niet meer verzekerd tegen werkloosheid en arbeidsongeschiktheid. De werknemer kan wel recht hebben op een ziektewet-uitkering. De werknemer ontvangt AOW en eventueel een ouderdomspensioen. Als de werknemer na bereiken van de AOW leeftijd door wil blijven werken moet u mogelijk een nieuw arbeidscontract afsluiten.

 

Of er een nieuw arbeidscontract moet worden opgesteld is afhankelijk van de geldende CAO of van het arbeidscontract. Is in uw CAO of arbeidscontract geregeld dat het contract eindigt bij bereiken van de AOW leeftijd dan moet er een nieuw contract gemaakt worden. In de CAO of arbeidscontract staat dan dat het contract eindigt van rechtswege bij het bereiken van de AOW leeftijd. U hoeft dit contract dus niet op te zeggen.

 

Is er in de CAO of arbeidscontract niets geregeld dan moet u als werkgever de arbeidsovereenkomst beëindigen. Dit kan als de werknemer de AOW leeftijd heeft bereikt maar ook daarna. De werkgever kan contract beëindigen zonder dat toestemming van UWV nodig is. U bent als werkgever geen transitievergoeding verschuldigd bij beëindigen van het contract op of na het bereiken van de AOW leeftijd. Er geldt een wettelijke opzegtermijn van één maand.

 

Na het bereiken van de AOW leeftijd mag u de werknemer maximaal 6 contracten in 4 jaar aanbieden. Na meer dan 6 opvolgende contracten of na 4 jaar moet u de AOW gerechtigde leeftijd een vast contract aanbieden. Alleen de tijdelijke contracten die na het bereiken van de AOW leeftijd zijn afgesloten tellen mee voor de zogenaamde ketenregeling. Bij een tussenperiode van meer dan zes maanden begint de keten weer opnieuw. Voor werknemers die de AOW leeftijd nog niet hebben bereikt geldt een ketenregeling van maximaal 3 contracten in 3 jaar.

 

Zijn er nog meer verschillen tussen AOW gerechtigde werknemers en werknemers die nog geen AOW leeftijd hebben bereikt. Ja zeker, die zijn er:

  • U moet een zieke werknemer nog twee jaar doorbetalen bij ziekte, een AOW gerechtigde werknemer hoeft u maar 13 weken door te betalen bij ziekte.
  • U hoeft geen premies sociale premies voor een AOW gerechtigde werknemer te betalen (werkloosheidswet, ziektewet, WAO en WIA). Dit kan een kostenbesparing opleveren van zo’n 10%.
  • Afhankelijk van de pensioenovereenkomst of bedrijfstakpensioenfonds hoeft u voor de AOW gerechtigde werknemer ook geen pensioenpremie meer te betalen, dat kan een kostenbesparing van gemiddeld 5 tot 10% opleveren.

Natuurlijk zijn er niet alleen verschillen. Een AOW gerechtigde werknemer heeft ook recht op tenminste het wettelijk minimumloon en vakantiegeld, hebben recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden en ze hebben zich ook te houden aan een concurrentiebeding. Voor een AOW gerechtigde werknemer mag ook een proeftijd worden afgesproken als het contract langer dan 6 maanden duurt. Betreft het een nieuw contract van werknemer die voor het bereiken van de AOW leeftijd al in dienst was dan mag geen proeftijd worden afgesproken.

 

Natuurlijk kan de werknemer minder willen gaan werken na het bereiken van de AOW leeftijd. U bent als werkgever niet verplicht in te gaan op het verzoek om aanpassing van de arbeidsduur. Het kan dan natuurlijk wel gebeuren dat de werknemer helemaal stopt met werken.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-4550935.

27
SEP
2021

Belastingplan 2022: de belangrijkste wijzigingen

In het Belastingplan 2022 staan dit jaar voornamelijk kleine(re) wijzigingen waarmee het belastingstelsel wordt aangepast. Dit in verband met de demissionaire status van het kabinet. Onderstaand zetten wij de belangrijkste wijzigingen voor u op een rij.

 

 

Thuiswerken

Ook na corona zullen er werknemers en werkgevers zijn die afspraken willen maken om deels thuis te blijven werken. Daarom komt er per 1 januari 2022 de mogelijkheid om een onbelaste thuiswerkkostenvergoeding te geven van maximaal € 2 per dag. Dit is gebaseerd op een berekening van het Nibud van de gemiddelde extra kosten per thuisgewerkte dag. Deze vergoeding kan samengaan met een onbelaste reiskostenvergoeding van maximaal

€ 0,19 per kilometer voor de dagen dat de werknemer wel naar kantoor gaat. De vergoeding hoeft ook niet te worden aangepast als incidenteel op een thuiswerkdag toch op kantoor wordt gewerkt, of andersom.

 

 

Wonen

De eigenwoningregeling wordt op 3 onderdelen aangepast. Onbedoelde effecten van de wet worden weggenomen, die er bijvoorbeeld waren bij mensen die samen met een partner een woning kopen en daarvoor zelf ook al een koopwoning hadden. Of bij mensen die een koopwoning hebben met een partner die komt te overlijden. Neemt u contact met ons op als u behoefte heeft aan advies over deze bewerkelijke aanpassingen in uw concrete situatie.

 

Sinds 1 januari 2021 betalen kopers onder de 35 jaar onder voorwaarden geen overdrachtsbelasting (ovb) bij aankoop van hun eerste woning. Kopers vanaf 35 jaar die de woning zelf gaan bewonen betalen 2%, kopers die er niet zelf gaan wonen betalen 8%. Dit is nu zodanig aangepast dat kopers die door onvoorziene omstandigheden moeten afzien van de koop, na het tekenen van het koopcontract maar vóór de overdracht niet automatisch het 8%-tarief betalen.

 

 

Klimaat

De in het Klimaatakkoord afgesproken korting op de bijtelling tot en met 2025 blijft behouden. Wel wordt de zogenoemde ‘cap’ in de bijtelling – de maximumwaarde van de auto waarvoor de bijtellingskorting geldt – eerder verlaagd dan in het Klimaatakkoord is afgesproken. Dit betekent dat de vanaf 1 januari 2022 geldende korting van 6 procent op de bijtelling wordt toegepast op een cap van 35.000 euro en vanaf 2023 op een cap van 30.000 euro. Voor het resterende bedrag boven de cap geldt het normale bijtellingspercentage van 22 procent.

 

Bedrijven worden extra gestimuleerd om te investeren in innovatieve milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen door de steunpercentages van de Milieu-investeringsaftrek (MIA) te verhogen. Bedrijven kunnen hierdoor meer kosten van hun fiscale winst aftrekken. De percentages worden vanaf 1 januari 2022 verhoogd van 13,5%, 27% en 36% naar respectievelijk 27%, 36% en 45%.

 

 

Verandering verrekening vennootschapsbelasting

Ongeveer 20.000 Nederlandse bedrijven kunnen vanaf 1 januari 2022 vooraf betaalde dividendbelasting en kansspelbelasting (voorheffingen) alleen nog verrekenen met te betalen vennootschapsbelasting (vpb). Is er in een jaar geen vpb verschuldigd, dan vindt er in dat jaar geen teruggaaf door de Belastingdienst meer plaats. Het bedrijf kan de voorheffingen in een later jaar verrekenen met te betalen vpb. Dit hoeft niet meteen in het eerstvolgende jaar, de niet verrekende voorheffingen kunnen onbeperkt worden doorgeschoven naar latere jaren.

 

 

Verlaging maximumbedrag inkomensafhankelijke combinatiekorting

Verder wordt voorgesteld het maximumbedrag van de IACK per 2022 te verlagen. Deze maatregel dient ter gedeeltelijke dekking van de uitgaven die voortvloeien uit het wetsvoorstel Wet betaald ouderschapsverlof dat op 20 april 2021 is aangenomen door de Tweede Kamer. Zowel het betaald ouderschapsverlof als de IACK richt zich op werkende ouders waardoor intensivering en ombuiging bij elkaar aansluiten. Per saldo wordt in 2022 het maximumbedrag van de IACK verlaagd met € 318.

 

Door de demissionaire status van het kabinet is het dit jaar extra spannend of de beloofde wijzigingen doorgaan en of er nog nadere aanpassingen bijkomen. Uiteraard houden wij u daarvan op de hoogte. Als u in de tussentijd vragen heeft, zijn wij u uiteraard graag behulpzaam.

Voor nadere vragen kunt u terecht bij uw relatiebeheerder, de heer Rob Gerlings of de heer Eric van Erve.

26
AUG
2021

(Excessieve) leningen bij de eigen B.V.

Posted By :
Comments : Off

Wetsvoorstel.
De staatssecretaris is niet gediend van gelden die zonder belastingheffing de B.V. verlaten om bij de aandeelhouder te belanden.

Er is door hem dan ook aangekondigd dat een schuld aan de eigen B.V. aan een maximum gebonden gaat worden. Is uw schuld aan de eigen B.V. (niet de eigenwoninglening, die telt niet mee voor het maximum) hoger dan € 500.000, dan zal het meerdere als een dividenduitkering behandeld worden. U wordt hierover aangeslagen tegen een tarief van 26,9%.
Om dat te bereiken is het “Wetsvoorstel excessief lenen door de DGA” ingediend dat volgens planning van het ministerie op 1 januari 2024 in werking zou moeten treden.

Bestaande praktijk.
Nu is dat sowieso een punt van aandacht en het is dan ook aan te bevelen om waar dat mogelijk is uw schulden aan uw B.V. af te lossen tot onder de grens van
€ 500.000 om die heffing tegen bijna 30% te voorkomen.
Echter, ook al geeft dit wetsvoorstel de belastingdienst een nieuw middel in handen, het is niet het enige middel in haar strijd tegen excessieve leningen bij de eigen B.V. Er zijn al enkele middelen die de belastingdienst daarvoor kan inzetten:

a. Zo is bekend dat de fiscus soms de stelling betrekt dat er sprake is van een te belasten dividend in situaties waar het voor de DGA onmogelijk is om de geleende gelden terug te betalen aan de B.V. De redenering daarachter is dat een bank of financieringsmaatschappij in die situatie immers geen lening verstrekt zou hebben aan de DGA. Het feit dat de B.V. dat wel heeft gedaan is een voordeel voor de DGA dat voortvloeit uit de bijzondere relatie tussen de B.V. enerzijds en haar DGA anderzijds. Voordelen die voortvloeien uit de aandeelhoudersrelatie, dat is dividend en dus belast tegen 26,9%.

b. Op 28 juni heeft de rechtbank Gelderland nog een ander middel van de fiscus bevestigd. In dat geval ging het om een DGA die recht had op pensioen uit zijn eigen B.V., maar dat slechts deels liet uitbetalen. Dit omdat de B.V. onvoldoende liquide middelen had om het hele pensioen uit te betalen.
De belastingdienst is daar tegen opgekomen en stelde dat de DGA een schuld had aan de B.V. en dat dus verrekening van de pensioenuitkeringen met die schuld mogelijk was. De rechtbank vond dat een goed argument. Gevolg was dat ook het niet uitbetaalde deel van de pensioenuitkeringen belast werd bij de DGA (tegen het reguliere progressieve tarief dat nu 19,2 tot 49,5% bedraagt).
De DGA wordt hier dus gedwongen om zijn schuld aan de B.V. af te lossen en de B.V. wordt gedwongen loonbelasting af te dragen over pensioenen die niet betaald maar verrekend worden.

Conclusie.
Het is prima mogelijk om geld te lenen van de eigen B.V., zelfs voor aanzienlijke bedragen en dat blijft ook zo onder de nieuwe regeling.
Echter, de problemen die er al bestaan voor die gevallen waar geleend wordt zonder dat wordt terugbetaald, blijven ook bestaan. De drempel van € 500.000 is geen garantie dat de belastingdienst daaronder niet heft.

Heeft u vragen over de schuldverhouding met uw B.V.? Contacteer uw relatiebeheerder of de schrijver dezes, wij zullen u graag te woord staan.

02
AUG
2021

Laatste stand van zaken Corona

Ondanks dat de coronabesmettingen momenteel -gelukkig- weer dalen na de recente stijging, is het goed om even de zaken aangaande overheidssteun op een rij te zetten.

Zodat u weet waar u aan toe bent, als u last heeft of houdt van de beperkende maatregelen in verband met het coronavirus.

 

  1. NOW 6.0

De werking van de NOW 6.0 (die loopt van 1 juli tot en met 30 september) blijft in grote lijnen hetzelfde. Voor deze tranche NOW wordt uitgegaan van het SV-loon in februari 2021. De loonsom wordt verhoogd met een opslag voor werkgeverslasten van 40%. En van die verhoogde loonsom wordt maximaal 85% vergoed.

Voorwaarde is dat u te maken heeft met een omzetverlies van minimaal 20% of meer over een aaneengesloten periode van drie maanden die start op 1 juli, 1 augustus of 1 september. Als u de vorige tranche ook heeft aangevraagd, dient de periode van omzetdaling aan te sluiten op de periode die u in het vorige tijdvak heeft gekozen.

Er is in deze tranche wel een beperking ten aanzien van het maximale omzetverlies verwerkt. Voor de zesde tranche kunt u een maximaal omzetverlies van 80% opgeven. Dit omdat de vooruitzichten nog goed waren toen de zesde tranche NOW (die loopt van 1 juli tot en met 30 september) werd aangekondigd.

Op dit moment is nog niet gecommuniceerd wanneer een aanvraag gedaan kan worden. Uiteraard houden wij dit in de gaten en zijn wij u graag behulpzaam bij een aanvraag, indien gewenst. Neemt u daarvoor contact op met uw relatiebeheerder, de heer Rob Gerlings of de heer Eric van Erve.

 

  1. TVL Q3 2021

Voor de TVL blijft een omzetdaling van 30% vereist. Men gaat daarvoor uit van de omzetdaling zoals die blijkt uit de btw-aangiften.

De btw-omzet van het derde kwartaal 2021 wordt vergeleken met de btw-omzet van het derde kwartaal 2019 OF het derde kwartaal 2020. Ook voor TVL Q3 2021 is het vergoedingspercentage 100%.

Indien er TVL van € 125.000 of hoger wordt aangevraagd, moet er bij de aanvraag een accountantsproduct worden aangeleverd. Deze zijn inmiddels door onze beroepsorganisatie goedgekeurd. Neemt u bij vragen over deze verklaring contact op met uw relatiebeheerder of de heer Rob Gerlings.

Het minimumsubsidiebedrag blijft € 1.500 en voor mkb-bedrijven is het maximale subsidiebedrag     € 550.000.

Wanneer de TVL Q3 2021 aangevraagd kan worden, is nog niet bekend gemaakt.

 

Wel helpen wij u er graag aan herinneren dat u tot en met 20 augustus 2021 17:00 uur de TVL Q2 2021 kunt aanvragen. Vanzelfsprekend helpen wij u graag bij een aanvraag indien u dat wenst. Neemt u daarvoor contact op met uw relatiebeheerder, de heer Rob Gerlings of de heer Eric van Erve.

 

  1. Bijzonder uitstel van betaling

De basis blijft hetzelfde. Op eerste verzoek ligt de invordering voor drie maanden stil. Daarna kan het uitstel verlengd worden.

Na de verlenging moet vanaf 1 oktober 2022 de opgebouwde schuld worden voldaan. Daarvoor krijgt u 5 jaar de tijd. Om recht te doen aan uitzonderlijke gevallen kan deze termijn worden verlengd in overleg met de Belastingdienst.

U krijgt ook tot en met 30 september 2021 de tijd om dit uitstel aan te vragen of te verlengen. Als het uitstel al verlengd is, hoeft u niets te doen en loopt het uitstel automatisch tot 1 oktober 2021.

Het gematigd boetebeleid blijft ook van kracht: opgelegde verzuimboetes worden verminderd tot nihil zolang het uitstel loopt.

 

In een eerder stadium heeft het kabinet gecommuniceerd dat de steunmaatregelen stoppen na het derde kwartaal. Of de recente ontwikkelingen het kabinet toch op andere gedachten brengen, is nog onzeker en onduidelijk. Dat houden wij uiteraard wel in de gaten.

 

Voor nadere vragen kunt u terecht bij uw relatiebeheerder, de heer Rob Gerlings of de heer Eric van Erve. Wij doen er alles aan om u zo goed mogelijk van dienst te zijn en te blijven.

 

28
MEI
2021

Corona: Laatste stand van zaken/maatregelen, verlenging steunpakket

Posted By :
Comments : Off

Gisteren is door het demissionaire kabinet aangekondigd dat de steunmaatregelen in het derde kwartaal verlengd zullen worden.

Wij lichten graag de drie belangrijkste steunmaatregelen eruit. Hieronder per maatregel de hoofdlijnen in het derde kwartaal.

1. NOW 6.0

De NOW 6.0 zal een vergoeding bieden voor de loonkosten van juli, augustus en september. Zoals steeds het geval is geweest, moet de driemaandsperiode waarin een omzetdaling van 20% valt, beginnen op 1 juli, 1 augustus of 1 september. Indien de NOW 5 wordt aangevraagd (de aanvraagperiode is open tot en met 30 juni), moet deze periode aansluiten.

Juni 2020 wordt als referentiemaand losgelaten. Voor de NOW 6.0 wordt het loon van februari 2021 als uitgangspunt genomen.

De overige voorwaarden blijven gelijk: er geldt op een opslag voor werkgeverslasten van 40% en de loonsom mag in de periode juli tot en met september met 10% dalen ten opzichte van februari 2021.

Een heel belangrijke verruiming bij de NOW is dat vanaf NOW 3.0 (dus vanaf 1 oktober 2020) de vergoeding van de TVL niet meer tot de omzet gerekend hoeft te worden. Dit gebeurt dus niet met terugwerkende kracht voor NOW 1 en 2 omdat het kabinet redeneert dat toen de TVL (en daarvoor de TOGS) relatief beperkt was.

2. TVL Q3 2021

De TVL is ook in het derde kwartaal van kracht. De regeling is grotendeels hetzelfde als TVL Q2.

Dat betekent dat een omzetdaling van 30% nog steeds vereist is. En op basis van een vooraf vastgesteld percentage wordt 100% van de berekende vaste lasten vergoed.

Belangrijk is dat, net als in Q2, gekozen kan worden om het derde kwartaal van 2020 als referentieperiode te kiezen in plaats van het derde kwartaal van 2019. Deze keuze is met name van belang voor starters, die nu dus recht kunnen hebben op TVL waar dat eerder niet het geval was.

3. Uitstel van betaling van belastingschulden

Het kabinet heeft definitief niet gekozen voor het kwijtschelden van de openstaande belastingschuld voor alle ondernemers. De termijn voor het terugbetalen van de belastingschuld is wel verruimd.

Wat gelijk blijft, is dat vanaf 1 juli aanstaande nieuwe betalingsverplichtingen moeten worden voldaan. Dat betekent dat de aangiften over de volgende tijdvakken binnen de normale termijn betaald moeten worden:

– 2e kwartaal van 2021,
– juni 2021, of
– de zesde vierwekenperiode van 2021.

Om ondernemers vervolgens meer hersteltijd te geven is de datum waarop begonnen moet worden met het aflossen van de belastingschuld verplaatst van 1 oktober 2021 naar 1 oktober 2022. Vanaf 1 oktober 2022 is de maximale betalingstermijn 60 maanden, dus 5 jaar (tot 1 oktober 2027).

Belangrijk is wel dat het op tijd voldoen aan nieuw opkomende verplichtingen een voorwaarde is voor het recht op de ruimhartige betalingsregeling!

Als u eerder uitstel van betaling heeft aangevraagd, en dat nog niet verlengd heeft, dan raden wij u dringend aan om vóór 1 juli aanstaande dat uitstel te verlengen. Uiteraard zijn wij u daarbij graag behulpzaam.

Voor nadere vragen kunt u terecht bij uw relatiebeheerder, de heer Rob Gerlings of de heer Eric van Erve.

27
MEI
2021

Laatste stand van zaken Corona

Posted By :
Comments : Off

Graag houden wij u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen inzake ondernemers en Corona.

 

Toekomst.

 

Vandaag is bekend geworden dat de maatregelen zoals ze nu bestaan, waarschijnlijk voortgezet zullen worden in het derde kwartaal. Volgens het laatste nieuws wordt er nog niet gekort of afgeschaald, terwijl dat wel de verwachting was. Ook zou besloten zijn om aflossing van de belastingschulden waarvoor het corona-uitstel geldt te verdelen over vijf jaren. Oorspronkelijk zou dat in drie jaar dienen te gebeuren.

Twee belangrijke tegemoetkomingen voor hard getroffen ondernemers derhalve als ze daadwerkelijk doorgaan. Dinsdag zou hierover mogelijk duidelijkheid komen.

 

Lopende regelingen.

 

Verder is een nieuwe ronde van het steunpakket is onlangs geopend. Tot en met 30 juni kan de NOW 5.0 aangevraagd worden en vanaf medio juni kan de TVL Q2 2021 aangevraagd worden.

Graag zetten wij alles hieronder even voor u op een rij.

 

  1. NOW 5.0

Tot en met 30 juni 2021 kan een tegemoetkoming voor de loonkosten over de periode april, mei en juni aangevraagd worden. Net als in de vorige twee tranches wordt uitgegaan van de loonsom juni 2020. De loonsom wordt verhoogd met een opslag voor werkgeverslasten van 40%. En van die verhoogde loonsom wordt maximaal 85% vergoed.

Voorwaarde is dat u te maken heeft met een omzetverlies van 20% of meer over een aaneengesloten periode van drie maanden die start op 1 april, 1 mei of 1 juni. Als u de vorige tranche ook heeft aangevraagd, dient de periode van omzetdaling aan te sluiten op de periode die u in het vorige tijdvak heeft gekozen.

Let op: in dit kwartaal zal in veel gevallen het vakantiegeld betaald worden. Dit vakantiegeld wordt niet direct vergoed door de NOW! U wordt geacht het vakantiegeld te betalen uit de opslag werkgeverslasten van 40%.

Vanzelfsprekend zijn wij u graag behulpzaam bij een aanvraag, indien gewenst. Neemt u daarvoor contact op met uw relatiebeheerder, de heer Rob Gerlings of ondergetekende.

 

  1. TVL Q2 2021

Vanaf medio juni (er is nog geen nadere datum bekend) kan de TVL Q2 2021 aangevraagd worden. Daarvoor is een omzetdaling van 30% vereist. Men gaat daarvoor uit van de omzetdaling zoals die blijkt uit de btw-aangiften.

De btw-omzet van het tweede kwartaal 2021 wordt vergeleken met de btw-omzet van het tweede kwartaal 2019 OF het derde kwartaal 2020. Deze keuze was er eerder niet. De keuzemogelijkheid wordt nu wel geboden, omdat veel ondernemers te weinig omzet behaalden in de vorige referentieperiode (1e kwartaal 2019).

Bovendien is het vergoedingspercentage verhoogd naar 100% (was 85%).

Ook hierbij kunnen wij u uiteraard behulpzaam zijn. Neemt u daarvoor contact op met uw relatiebeheerder, de heer Rob Gerlings of ondergetekende.

 

  1. Verlenging steunpakket?

Er wordt op dit moment gepraat over een verlenging van het steunpakket tot en met het derde kwartaal 2021. Het kabinet is meermaals opgeroepen de steunmaatregelen te verlengen. En eind vorige maand gaf het kabinet aan medio mei met een plan te komen voor de steunmaatregelen. Binnenkort weten we dus hopelijk meer.

 

Voor nadere vragen kunt u terecht bij uw relatiebeheerder, de heer Rob Gerlings of de heer Eric van Erve. Wij doen er alles aan om u zo goed mogelijk van dienst te zijn en te blijven.

 

 

08
MRT
2021

Goedkeuringen in het besluit noodmaatregelen coronacrisis toegevoegd/aangepast.

Posted By :
Comments : Off

Er zijn enkele goedkeuringen in het besluit noodmaatregelen coronacrisis toegevoegd/aangepast.
Sommige daarvan zijn specifiek voor bepaalde sectoren, maar er zijn ook enkele maatregelen aangekondigd die voor veel ondernemers van belang kunnen zijn, zoals:

Verhoging vrije ruimte werkkostenregeling.
De vrije ruimte in de werkkostenregeling van de loonbelasting wordt voor 2021 toch weer vastgesteld op 3% (over een loonsom tot € 400.000).

Verlaging gebruikelijk loon 2021 voor de aandeelhouder.
Als de omzet van uw onderneming in 2021 tenminste 30% lager is dan de omzet van 2019, wordt het gebruikelijk loon voor u naar rato verlaagd.
Uw salaris kan in dat geval ook zo dalen onder het voorgeschreven bedrag van € 47.000.
Voor 2020 gold een zelfde regeling, eveneens vergelijkend met de omzet van 2019 maar was het voorgeschreven bedrag nog € 46.000.

Urencriterium voor de ondernemers in de inkomstenbelasting.
Voor het eerste half jaar 2021 worden alle ondernemers geacht 24 uur per week aan hun onderneming te besteden.
Daarmee zijn 624 van de 1225 vereiste uren al “ingevuld” waarmee een ondernemer in aanmerking kan komen voor de zelfstandigenaftrek, de meewerk en de fiscale oudedagsreserve.

Belastingvrijstelling TVL.
De TVL, tegemoetkoming vaste lasten (formeel: de regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19) blijft ook in 2021 vrijgesteld van inkomsten en vennootschapsbelasting.

Voor nadere vragen kunt u terecht bij uw relatiebeheerder, de heer Rob Gerlings of de heer Eric van Erve.