K & D Accountants
Charles Stulemeijerweg 7
5026 RS Tilburg

T 013 4550935
E info@kdaccountants.nl
BTW NL 8592.259.14.B01

05
JAN
2023

Btw-correctie voor het privégebruik van de auto van de zaak in de laatste btw-aangifte over 2022

Posted By :
Comments : Off

In de laatste btw-aangifte van 2022 moet de btw-correctie worden aangegeven voor het privégebruik van een auto van de zaak door u als dga of door een werknemer. Hoe moet deze btw-correctie worden berekend?

 

Voor 31 januari 2023.
Het zal u bekend zijn dat u de btw-aangifte over een kwartaal moet indienen
(en betalen) in de maand na afloop van dit kwartaal. Over het vierde kwartaal van 2022 moet u dus in januari 2023 aangifte doen en de verschuldigde btw afdragen. Dit lijkt nog ver weg, maar in deze aangifte zit een aantal bijzondere posten die meer aandacht vragen, waaronder de btw-correctie voor het privégebruik van de auto van de zaak door u of door uw werknemers.

Auto van de zaak.
De reden voor deze correctie is dat u gedurende het jaar de btw op de autokosten, denk aan brandstof en onderhoud, geheel als voorbelasting in aftrek heeft gebracht. Omdat u (of uw werknemer) echter ook privé rijdt in deze auto, zijn deze kosten (en dus de btw) niet geheel als zakelijk op te voeren. Hierbij speelt ook de btw op de aankoop van de auto van de zaak een rol.

2,7% van de cataloguswaarde

In beginsel moet u een btw-correctie aangeven van 2,7% van de cataloguswaarde van de auto. Als uw auto dus een cataloguswaarde heeft van € 40.000, moet er ieder jaar een btw-correctie plaatsvinden van € 1.080.
Tip.  Het bedrag van de btw-correctie inzake het privégebruik van de auto is fiscaal gezien een kostenpost en mag u van de winst van uw BV aftrekken.

1,5% van de cataloguswaarde

U kunt de correctie beperken door toepassing van een lager percentage. Er geldt namelijk een percentage van 1,5% voor auto’s die uw onderneming nog in gebruik heeft na afloop van het vierde jaar, volgend op het jaar van ingebruikneming. De btw op de aanschaf wordt dan geacht verrekend te zijn, waardoor het percentage daalt.
Tip. U mag de 1,5% ook toepassen als er geen btw is verrekend bij de aankoop van de auto (bijv. bij aankoop van een marge-auto of bij aankoop via een particulier).

Werkelijk gebruik

Ten slotte bestaat er altijd de mogelijkheid om aan te tonen dat de correctie op basis van het forfait (2,7%/1,5%) te hoog is. Hiervoor moet u inzicht hebben in het totaalaantal gereden kilometers, het aantal zakelijke kilometers en de jaarlijkse kosten voor de auto waarop btw is verrekend. Tel bij deze laatste post ook 20% van de btw op de aanschaf mee in de eerste vijf jaar.

Tip. Een sluitende kilometeradministratie (zoals voor de bijtelling) is hier niet vereist. Het aantal verreden kilometers kan bepaald worden aan de hand van de kilometerstanden. Uw zakelijke kilometers kunt u afleiden uit uw agenda.

Let op. Woon-werkverkeer wordt voor de btw als privé aangemerkt.

Statistische gegevens.
Ook statistische gegevens kunnen de verhouding zakelijk/privé onderbouwen. Hieruit is af te leiden dat het privégebruik vaak 60-65% van het totale gebruik uitmaakt. Dit kan een goede basis zijn voor een concrete afspraak met de Belastingdienst hierover.

Voor een auto die in uw bedrijf nog gebruikt wordt na het vierde jaar na het jaar van ingebruikneming, geldt een lager percentage, 1,5 in plaats van 2,7% van de cataloguswaarde. Als de auto voor 2018 is aangeschaft, geldt bij de aangifte over 2022 al de 1,5%. Bereken of een btw-correctie op basis van het werkelijke gebruik niet voordeliger uitpakt.

 

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-4550935.

29
JUN
2022

Wat is de privébijtelling voor een vakantieauto?

Posted By :
Comments : Off

De vakantie komt eraan en dus trekken velen van ons er weer op uit. Heeft u of uw werknemer (of dga) een auto van de zaak? Hoe zit het dan met de bijtelling als u deze voor de vakantie gebruikt of deze tijdelijk inwisselt voor een andere?

Van e-auto naar brandstof?
Als we op vakantie gaan, gebruiken we daarvoor nog steeds vaak de auto. Voor degenen met een auto van zaak is het wel van belang hoe het dan zit met de bijtelling, bijv. als u alleen voor uw vakantie privékilometers maakt of tijdens uw vakantie uw elektrische auto omwisselt voor een gewone brandstofauto.

Alleen privégebruik tijdens vakantie?

Als u de beschikking heeft over een auto van de zaak, krijgt u met de bijtelling te maken als u meer dan 500 kilometer privé rijdt.
Let op. Gebruikt u de auto alleen in de vakantie privé, dan is het dus oppassen geblazen. Veel verder dan Nederland zult u immers niet komen zonder de grens van 500 kilometer, ofwel 250 kilometer enkele reis, te overschrijden. Schiet u over deze grens heen, dan betaalt u dus de bijtelling over het hele jaar!

Twee auto’s.
Misschien heeft uw werknemer de beschikking over een auto die niet erg geschikt is voor zijn vakantie en krijgt hij u zo gek dat u voor de vakantiemaanden een andere ter beschikking stelt. In dat geval krijgt hij voor beide auto’s met de bijtelling te maken, want beide auto’s staan ter beschikking. Voor de oorspronkelijk ter beschikking gestelde auto zal de bijtelling gelden voor het hele jaar, ervan uitgaande dat deze het hele jaar ter beschikking staat en voor de tweede auto alleen voor de maanden dat deze ter beschikking staat, dus de vakantiemaanden.

Ontkomen?
De werknemer ontkomt alleen aan de bijtelling als hij per auto niet meer dan 500 kilometer privé rijdt, omgerekend naar een vol jaar. Staat een vakantieauto dus maar één maand ter beschikking, dan ontkomt de werknemer aan de bijtelling voor die ene maand als hij de auto niet meer dan 1 / 12 x 500 km = 41 km privé gebruikt.

Vervangende auto.
Als er tijdens de vakantie van een vervangende auto gebruik wordt gemaakt, geldt voor beide auto’s de bijtelling over de periode waarop de auto’s ter beschikking staan. Dit is alleen niet zo als er met beide auto’s samen niet meer dan 500 kilometer in het jaar privé wordt gereden. Daarbij moet de auto die tijdens de vakantie niet wordt gebruikt, ook daadwerkelijk niet meer ter beschikking staan, bijv. doordat de sleutels en papieren worden ingeleverd. Zo niet, dan staat de auto nog steeds ter beschikking en geldt dus nog gewoon de volle bijtelling.

Alleen auto voor vakantie?
Staat alleen voor de vakantie een auto ter beschikking, dan geldt alleen voor deze periode de bijtelling. Ook nu geldt dat dit alleen niet zo is als er met de auto niet meer dan 500 kilometer privé op jaarbasis wordt gereden. Staat de auto maar één maand ter beschikking, dan is dit dus omgerekend weer maximaal 41 kilometer.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-4550935.

29
JUN
2022

Handhaving UBO-register door Belastingdienst

Posted By :
Comments : Off

Op 14 april 2022 informeerde Minister Kaag van Financiën de Tweede Kamer dat het Bureau Economische Handhaving (BEH) van de Belastingdienst gaat beginnen met de handhaving van organisaties die nog niet hebben voldaan aan de registratieplicht in het UBO-register.

Hierbij geeft de Kamer van Koophandel de gegevens van organisaties door aan het BEH, waarvan diens uiteindelijk belanghebbenden (UBO’s) na 27 maart 2022 nog niet, niet juist of niet volledig zijn doorgegeven. Hierna neemt het BEH via een brief of telefonisch contact op met de organisaties, waarbij zij de organisaties herinnert aan de ontbrekende gegevens. Indien de UBO’s dan binnen 2 weken op een juiste manier worden geregistreerd, wordt er geen boete opgelegd. Echter, indien er niet binnen 2 weken een juiste of volledige inschrijving in het UBO-register heeft plaatsgevonden, kan de BEH hiervoor een boete of dwangsom opleggen. De boete bedraagt maximaal € 22.500. Er geldt geen maximumbedrag voor een dwangsom.

 

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-4550935.

26
AUG
2021

(Excessieve) leningen bij de eigen B.V.

Posted By :
Comments : Off

Wetsvoorstel.
De staatssecretaris is niet gediend van gelden die zonder belastingheffing de B.V. verlaten om bij de aandeelhouder te belanden.

Er is door hem dan ook aangekondigd dat een schuld aan de eigen B.V. aan een maximum gebonden gaat worden. Is uw schuld aan de eigen B.V. (niet de eigenwoninglening, die telt niet mee voor het maximum) hoger dan € 500.000, dan zal het meerdere als een dividenduitkering behandeld worden. U wordt hierover aangeslagen tegen een tarief van 26,9%.
Om dat te bereiken is het “Wetsvoorstel excessief lenen door de DGA” ingediend dat volgens planning van het ministerie op 1 januari 2024 in werking zou moeten treden.

Bestaande praktijk.
Nu is dat sowieso een punt van aandacht en het is dan ook aan te bevelen om waar dat mogelijk is uw schulden aan uw B.V. af te lossen tot onder de grens van
€ 500.000 om die heffing tegen bijna 30% te voorkomen.
Echter, ook al geeft dit wetsvoorstel de belastingdienst een nieuw middel in handen, het is niet het enige middel in haar strijd tegen excessieve leningen bij de eigen B.V. Er zijn al enkele middelen die de belastingdienst daarvoor kan inzetten:

a. Zo is bekend dat de fiscus soms de stelling betrekt dat er sprake is van een te belasten dividend in situaties waar het voor de DGA onmogelijk is om de geleende gelden terug te betalen aan de B.V. De redenering daarachter is dat een bank of financieringsmaatschappij in die situatie immers geen lening verstrekt zou hebben aan de DGA. Het feit dat de B.V. dat wel heeft gedaan is een voordeel voor de DGA dat voortvloeit uit de bijzondere relatie tussen de B.V. enerzijds en haar DGA anderzijds. Voordelen die voortvloeien uit de aandeelhoudersrelatie, dat is dividend en dus belast tegen 26,9%.

b. Op 28 juni heeft de rechtbank Gelderland nog een ander middel van de fiscus bevestigd. In dat geval ging het om een DGA die recht had op pensioen uit zijn eigen B.V., maar dat slechts deels liet uitbetalen. Dit omdat de B.V. onvoldoende liquide middelen had om het hele pensioen uit te betalen.
De belastingdienst is daar tegen opgekomen en stelde dat de DGA een schuld had aan de B.V. en dat dus verrekening van de pensioenuitkeringen met die schuld mogelijk was. De rechtbank vond dat een goed argument. Gevolg was dat ook het niet uitbetaalde deel van de pensioenuitkeringen belast werd bij de DGA (tegen het reguliere progressieve tarief dat nu 19,2 tot 49,5% bedraagt).
De DGA wordt hier dus gedwongen om zijn schuld aan de B.V. af te lossen en de B.V. wordt gedwongen loonbelasting af te dragen over pensioenen die niet betaald maar verrekend worden.

Conclusie.
Het is prima mogelijk om geld te lenen van de eigen B.V., zelfs voor aanzienlijke bedragen en dat blijft ook zo onder de nieuwe regeling.
Echter, de problemen die er al bestaan voor die gevallen waar geleend wordt zonder dat wordt terugbetaald, blijven ook bestaan. De drempel van € 500.000 is geen garantie dat de belastingdienst daaronder niet heft.

Heeft u vragen over de schuldverhouding met uw B.V.? Contacteer uw relatiebeheerder of de schrijver dezes, wij zullen u graag te woord staan.

26
AUG
2021

Einde thuiswerken, de laptop fiscaal op zijn retour …

Posted By :
Comments : Off

Stel, er wordt weer minder thuisgewerkt. Wat betekent dat nu als u uw personeel daartoe heeft voorzien van bijv. een computer, laptop of bureau? Waar moet u dan vooral op letten?

Helft van de werktijd is advies overheid.
Corona zorgde voor de opkomst van het thuiswerken, maar wat nu als er weer minder thuisgewerkt gaat worden? Het kabinet adviseerde eerder om maximaal de helft van de werktijd naar kantoor te gaan, als hier ten minste een afstand van anderhalve meter kan worden gehandhaafd. Maar wat betekent een en ander bijv. voor een vergoede, verstrekte of ter beschikking gestelde laptop? Welke actie moet u dan ondernemen?

Wanneer belastingvrij?
U mag gereedschappen, computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur onbelast vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen als deze noodzakelijk zijn voor het werk. Ook een internetabonnement valt hieronder.

Noodzakelijk voor het werk.
Of deze spullen noodzakelijk zijn voor het werk, laat de fiscus aan uw redelijke oordeel over. Wanneer er echter met behulp van deze apparatuur thuis wordt gewerkt vanwege corona, zal er weinig twijfel zijn.

Einde thuiswerken.
Als deze zaken zijn vergoed, verstrekt of ter beschikking gesteld, maar niet meer nodig zijn, omdat er niet meer thuis wordt gewerkt, moet de werknemer de spullen aan u teruggeven. Dat geldt ook als de werknemer uit dienst gaat. In plaats van de spullen terug te geven, kan de werknemer ook de waarde van de spullen aan u vergoeden. U mag dan uitgaan van de waarde in gebruikte staat op het moment dat de zaken worden teruggegeven.

Geheel of deels niet van belang.
Of een werknemer volledig thuiswerkt of slechts af en toe, is overigens niet van belang. Doorslaggevend is of de zaken nodig zijn voor het goed kunnen uitvoeren van de werkzaamheden.

Verzwaarde bewijslast BV en zijn DGA.
Bent u DGA, dan is het vrij makkelijk om te stellen dat bepaalde zaken noodzakelijk zijn voor het goed uitoefenen van uw dienstbetrekking. U bent immers uw eigen werkgever. Daarom geldt hierbij voor DGA’s een verzwaarde bewijslast. Dat neemt niet weg dat ook de DGA die thuiswerkt al gauw de noodzaak zal hebben om over een laptop, mobieltje of internetabonnement te beschikken.

Werkkostenregeling.
Hoeft de werknemer na het thuiswerken de spullen niet in te leveren of de restwaarde aan u te betalen, dan zijn ze belast.

Onze Tip.
U kunt er dan ook voor kiezen om dit onder te brengen in de werkkostenregeling. Ze blijven dan onbelast. U betaalt er als werkgever dan alleen 80% belasting over als u dit jaar met al uw vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen over de vrije ruimte heen schiet. Deze is overigens ook dit jaar extra verhoogd vanwege corona. Tot een loonsom van € 400.000 bedraagt de vrije ruimte 3% en over het meerdere van uw loonsom is dit 1,18%.

Inrichting werkplek.
Volgens de Arbowet bent u als werkgever ook verantwoordelijk voor de werkplek bij de werknemer thuis als deze thuis moet werken vanwege corona. Daarom kunt u ook een bureau, stoel en lampen in de werkruimte thuis belastingvrij vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen. Ook nu geldt dat wanneer de werknemer stopt met thuiswerken, hij de spullen weer terug moet geven of de restwaarde aan u moet vergoeden.

Werkt een werknemer niet meer thuis en heeft u hiervoor allerlei zaken vergoed, verstrekt of ter beschikking gesteld, vergeet dan niet dat hij deze weer bij u in moet leveren. U kunt hem ook de restwaarde laten betalen of dit onderbrengen in de werkkostenregeling.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-4550935.

27
MEI
2021

Laatste stand van zaken Corona

Posted By :
Comments : Off

Graag houden wij u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen inzake ondernemers en Corona.

 

Toekomst.

 

Vandaag is bekend geworden dat de maatregelen zoals ze nu bestaan, waarschijnlijk voortgezet zullen worden in het derde kwartaal. Volgens het laatste nieuws wordt er nog niet gekort of afgeschaald, terwijl dat wel de verwachting was. Ook zou besloten zijn om aflossing van de belastingschulden waarvoor het corona-uitstel geldt te verdelen over vijf jaren. Oorspronkelijk zou dat in drie jaar dienen te gebeuren.

Twee belangrijke tegemoetkomingen voor hard getroffen ondernemers derhalve als ze daadwerkelijk doorgaan. Dinsdag zou hierover mogelijk duidelijkheid komen.

 

Lopende regelingen.

 

Verder is een nieuwe ronde van het steunpakket is onlangs geopend. Tot en met 30 juni kan de NOW 5.0 aangevraagd worden en vanaf medio juni kan de TVL Q2 2021 aangevraagd worden.

Graag zetten wij alles hieronder even voor u op een rij.

 

  1. NOW 5.0

Tot en met 30 juni 2021 kan een tegemoetkoming voor de loonkosten over de periode april, mei en juni aangevraagd worden. Net als in de vorige twee tranches wordt uitgegaan van de loonsom juni 2020. De loonsom wordt verhoogd met een opslag voor werkgeverslasten van 40%. En van die verhoogde loonsom wordt maximaal 85% vergoed.

Voorwaarde is dat u te maken heeft met een omzetverlies van 20% of meer over een aaneengesloten periode van drie maanden die start op 1 april, 1 mei of 1 juni. Als u de vorige tranche ook heeft aangevraagd, dient de periode van omzetdaling aan te sluiten op de periode die u in het vorige tijdvak heeft gekozen.

Let op: in dit kwartaal zal in veel gevallen het vakantiegeld betaald worden. Dit vakantiegeld wordt niet direct vergoed door de NOW! U wordt geacht het vakantiegeld te betalen uit de opslag werkgeverslasten van 40%.

Vanzelfsprekend zijn wij u graag behulpzaam bij een aanvraag, indien gewenst. Neemt u daarvoor contact op met uw relatiebeheerder, de heer Rob Gerlings of ondergetekende.

 

  1. TVL Q2 2021

Vanaf medio juni (er is nog geen nadere datum bekend) kan de TVL Q2 2021 aangevraagd worden. Daarvoor is een omzetdaling van 30% vereist. Men gaat daarvoor uit van de omzetdaling zoals die blijkt uit de btw-aangiften.

De btw-omzet van het tweede kwartaal 2021 wordt vergeleken met de btw-omzet van het tweede kwartaal 2019 OF het derde kwartaal 2020. Deze keuze was er eerder niet. De keuzemogelijkheid wordt nu wel geboden, omdat veel ondernemers te weinig omzet behaalden in de vorige referentieperiode (1e kwartaal 2019).

Bovendien is het vergoedingspercentage verhoogd naar 100% (was 85%).

Ook hierbij kunnen wij u uiteraard behulpzaam zijn. Neemt u daarvoor contact op met uw relatiebeheerder, de heer Rob Gerlings of ondergetekende.

 

  1. Verlenging steunpakket?

Er wordt op dit moment gepraat over een verlenging van het steunpakket tot en met het derde kwartaal 2021. Het kabinet is meermaals opgeroepen de steunmaatregelen te verlengen. En eind vorige maand gaf het kabinet aan medio mei met een plan te komen voor de steunmaatregelen. Binnenkort weten we dus hopelijk meer.

 

Voor nadere vragen kunt u terecht bij uw relatiebeheerder, de heer Rob Gerlings of de heer Eric van Erve. Wij doen er alles aan om u zo goed mogelijk van dienst te zijn en te blijven.

 

 

28
JAN
2021

Energie- en Milieu-investeringsaftrek in 2021

De Milieu- en Energielijst 2021 zijn gepubliceerd. Daarin staan investeringen vermeld die duurzaam/milieubesparend zijn en in aanmerking komen voor extra belastingaftrek.

Extra fiscaal voordeel.
Onlangs zijn de Milieulijst en Energielijst 2021 gepubliceerd. In deze lijsten staan milieubesparende/duurzame investeringen opgenomen. Voorbeelden zijn duurzame gebouwen, vernieuwende milieutechnieken en energiezuinige transportmiddelen. Ieder jaar vinden er wijzigingen plaats. Daarmee probeert de overheid nieuwe technieken te stimuleren. Zo is de Milieulijst 2021 uitgebreid met allerhande elektrische hulpmiddelen voor de bouw (kranen, hijswerktuigen en machines). Ledverlichting staat al langer op de Energielijst, maar hierbij is nu de langere levensduur de maatstaf geworden.

Op de Milieulijst 2021.
Als u investeert in een bedrijfsmiddel dat voorkomt op de Milieulijst 2021, dan kunt u aanspraak maken op de Milieu-investeringsaftrek (MIA). De MIA levert een extra belastingaftrek van 13,5, 27 of 36% op, afhankelijk van de soort investering. Deze belastingaftrek komt bovenop de reguliere Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). Daarnaast kan er soms ook aanspraak worden gemaakt op de Vamil-regeling. Deze regeling biedt de mogelijkheid om willekeurig af te schrijven op het duurzame bedrijfsmiddel tot een maximum van 75%. De resterende 25% moet op reguliere wijze worden afgeschreven.

Op de Energielijst 2021.
Komt uw investering voor op de Energielijst 2021, dan mag u aanspraak maken op 45% Energie-investeringsaftrek (EIA). Hierdoor kan bijv. een investering van € 15.000 in een kachel voor het verwarmen van uw bedrijfsgebouw met biomassa een extra aftrekpost opleveren van € 6.750.

Tijdig aanvragen.
De aanvraag moet binnen drie maanden na het aangaan van de investeringsverplichting ingediend zijn via RVO.nl. Het aangaan van een investeringsverplichting is bijv. de datum van de opdrachtbevestiging en niet de offerte-, factuur- of betaaldatum.

2021 is sowieso fiscaal een goed jaar om te investeren. De BIK-regeling zorgt er namelijk voor dat u ook nog een mooie korting krijgt op de af te dragen loonheffing. Laat u anders door ons voorlichten.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-4550935.

26
JAN
2021

Laatste stand van zaken Corona

Posted By :
Comments : Off

De afgelopen dagen is er veel extra nieuws geweest, dat bij u mogelijk wat onzekerheid of twijfels heeft veroorzaakt. Graag willen wij proberen dit in elk geval iets te verzachten. Omdat de maatregelen weer wat aangescherpt zijn, is gelukkig ook het steun- en herstelpakket verruimd. Eerder voorziene beperkingen zijn van de baan en vanaf het eerste kwartaal van 2021 zijn de tegemoetkomingen ruimer. Hieronder een overzicht van de zeven belangrijkste verruimingen en een extra punt over de benodigde verklaringen voor de avondklok.

  1. Bijzonder uitstel van betaling van belastingen i.v.m. coronacrisis

De basis blijft hetzelfde. Op eerste verzoek ligt de invordering voor drie maanden stil. Daarna kan het uitstel verlengd worden.

Na de verlenging moet nu vanaf 1 oktober 2021 de opgebouwde schuld worden voldaan. Daarvoor krijgt u 3 jaar de tijd. Om recht te doen aan uitzonderlijke gevallen kan deze termijn worden verlengd in overleg met de Belastingdienst.

U krijgt ook tot 1 juli 2021 de tijd om dit uitstel aan te vragen of te verlengen. Als het uitstel al verlengd is, hoeft u niets te doen en loopt het uitstel automatisch tot 1 oktober 2021.

Het gematigd boetebeleid blijft ook van kracht: opgelegde verzuimboetes worden verminderd tot nihil zolang het uitstel loopt.

  1. Overige fiscale maatregelen

Een aantal fiscale maatregelen verbonden aan de coronacrisis worden tevens verlengd tot 1 juli 2021. Het gaat om de volgende zaken:

  • het uitstel van administratieve verplichtingen voor de Wet Arbeidsmarkt in Balans op het gebied van loonheffingen,
  • het akkoord met Duitsland en België over de belastingheffing van grenswerkers,
  • de vrijstelling voor een aantal Duitse netto-uitkeringen,
  • het btw-nultarief op mondkapjes, en:
  • het behoud van hypotheekrenteaftrek als een betaalpauze overeen is gekomen met de bank.

Omdat het thuiswerken waarschijnlijk nog een tijd noodzakelijk blijft, en na corona wellicht ook normaler zal worden, wordt bekeken of daarvoor aanvullende onbelaste kostenvergoedingen kunnen worden vormgegeven. In elk geval blijft het tot 1 april mogelijk om een reiskostenvergoeding aan thuiswerkers onbelast te vergoeden, mits deze al voor 13 maart 2020 door de werkgever werd toegekend. Daarnaast wordt ook in 2021 de vrije ruimte in de werkkostenregeling (WKR) extra verhoogd: voor de eerste
€ 400.000 van de loonsom mag 3% (in plaats van 1,7%)  onbelast worden vergoed aan werknemers.

Voor ondernemers die aan het urencriterium moeten voldoen, is ook voorzien in een extra tegemoetkoming. De versoepeling houdt in dat ondernemers in het eerste halfjaar van 2021 worden geacht aan dit criterium te voldoen, zodat zij in elk geval niet de zelfstandigenaftrek verliezen door de gevolgen van het coronavirus.

  1. Gebruikelijk loon voor dga’s (alleen als u een BV heeft!)

Gezien de aanhoudende gevolgen van het coronavirus zal het kabinet ook voor 2021 toestaan dat dga’s die te maken krijgen met een omzetdaling van een lager gebruikelijk loon mogen uitgaan. Ten opzichte van de maatregel voor 2020 zal de maatregel voor 2021 op de volgende twee punten worden aangepast:

  • In de regeling voor 2021 zal de omzet over heel het jaar 2021 worden vergeleken met de omzet over heel het jaar 2019. Hiermee beweegt de maatregel mee met de omzetontwikkeling van ondernemers gedurende heel 2021.
  • Er wordt een toegangsdrempel ingevoerd voor een minimum omvang van omzetverlies zoals gebruikelijk bij andere coronasteunmaatregelen, zoals de TVL. De regeling voor 2021 staat open voor vennootschappen die in 2021 ten opzichte van 2019 ten minste 30% omzetverlies hebben geleden.

Belangrijk is dat als voorwaarde blijft gelden dat u niet op een andere wijze geld uit de onderneming haalt (bijvoorbeeld door dividenduitkeringen of onttrekkingen in rekening courant)!

  1. TVL eerste en tweede kwartaal 2021

Deze maatregel als tegemoetkoming in de vaste lasten is flink verruimd, zodat meer ondernemers dan voorheen hierop aanspraak kunnen maken en tevens de subsidiebedragen omhoog gaan.

De ingangsvoorwaarde blijft dat het omzetverlies 30% of meer bedraagt. Er zijn gerichte aanpassingen gemaakt voor kleinere ondernemers, onder meer door verhoging van de minimale TVL-subsidie naar
€ 1.500 (was € 750). Ook wordt het vergoedingspercentage verhoogd naar 85% in plaats van 50-70%, waardoor hetzelfde omzetverlies leidt tot een hogere tegemoetkoming.

Er wordt bekeken of het vereiste van € 3.000 aan vaste lasten kan worden versoepeld of eventueel losgelaten.

Voor de gesloten detailhandel is ook voorzien in een hogere opslag (opslag VGD) op de TVL, in verband met het feit dat de wintercollectie in veel gevallen volledig zal moeten worden afgeschreven.

Ten slotte gaat het maximumbedrag naar € 330.000 (was: € 90.000).

Al met al wordt de TVL steeds meer een vergoeding voor gemiste omzet ten opzichte van 2019.

In onderstaand overzicht zijn de wijzigingen ten opzichte van eerdere plannen vetgedrukt.

.                                               TVL 2                      TVL 3                               TVL 4

Tijdvak                                 okt t/m dec             jan t/m mrt ‘21             apr t/m jun ‘21

Afbakening sectoren          nee                            nee                                   nee

Minimaal omzetverlies      30%                           30%                                 30%

Subsidiepercentage            50-70%                     85%                                 85%

Maximumbedrag                 € 90.000                  € 330.000                   € 330.000

Minimumbedrag                  € 750                        € 1.500                         € 1.500

Minimum vaste lasten        € 3.000                    nog niet bekend             nog niet bekend

Opslag VGD                           5,6%                         21%

Hierbij geeft het kabinet aan dat deze verruimingen betekenen dat de druk op het RVO hoog wordt c.q. blijft. Het kan daarom langer duren voordat een aanvraag wordt behandeld en bedragen worden uitgekeerd dan u tot nu toe gewend bent.

  1. NOW eerste en tweede kwartaal 2021

Ook voor de NOW gaat het vergoedingenpercentage omhoog, van 80% naar 85%. De NOW-aanvraag voor het eerste kwartaal 2021 kan vanaf 15 februari aanstaande worden gedaan. De deadline voor een aanvraag NOW is 14 maart 2021.

Voor het tweede kwartaal zijn de eerder aangekondigde versoberingen geschrapt.

In onderstaand overzicht zijn de wijzigingen ten opzichte van eerdere plannen vetgedrukt.

.                                                   NOW 3                      NOW 4                            NOW 5

Tijdvak                                    okt t/m dec               jan t/m mrt ‘21              apr t/m jun ’21

Vergoedingspercentage        80%                          85%                                  85%

Loonsomvrijstelling               10%                          10%                                   10%

Minimaal omzetverlies         20%                           20%                                   20%

Forfaitaire opslag                   40%                           40%                                   40%

Maximale vergoeding             2x dagloon              2x dagloon                        2x dagloon

Wilt u ons zo spoedig mogelijk laten weten of u wenst dat wij deze aanvraag voor u verzorgen? Dan kunnen wij een en ander optimaal met u afstemmen en waar mogelijk alvast voorbereiden.

  1. Starters

Voor starters komt er een aparte regeling die zoveel mogelijk is gebaseerd op de TVL. De regeling zal gelden voor starters die hun onderneming gestart zijn tussen 1 januari en 30 juni 2020. Voor deze bedrijven zal de referentieperiode dan het derde kwartaal van 2020 zijn en de regeling geldt voor zowel het eerste als het tweede kwartaal van 2021.

Voor de goede orde: als u gestart bent tussen 1 januari en 15 maart 2020 geldt dat u voor de reguliere TVL in aanmerking komt!

Starters die op deze regelingen toch geen gebruik kunnen maken, kunnen voor overbruggingskredieten terecht bij Qredits. Tegen soepele leenvoorwaarden van 1,75% rente voor 4 tot maximaal 6 jaar kan een maximumbedrag van € 35.000 worden geleend.

  1. TONK

De Tijdelijke Ondersteuning voor Noodzakelijke Kosten (TONK) is bedoeld voor huishoudens die door de huidige omstandigheden te maken hebben met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in hun inkomen, en die daardoor noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen en voor wie andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden. Dat geldt bijvoorbeeld voor werknemers die hun baan verliezen en geen recht (meer) hebben op een uitkering, of voor zelfstandigen die vanwege de coronamaatregelen hun opdrachten zien verdwijnen maar geen aanspraak op de Tozo kunnen maken.

Bij deze maatregel voorzien wij wat extra hobbels. Dit omdat de TONK wordt vormgegeven binnen het kader van de bijzondere bijstand. Dat betekent dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de uitvoering, en ook relatief ruime bevoegdheden hebben om een eigen koers te varen.

TONK gaat met terugwerkende kracht gelden van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021. De volgende contouren, waar gemeenten vanwege de beleidsruimte nog naar eigen inzicht van af kunnen wijken, tekenen zich hierbij af:

  • De focus ligt op woonkosten. Dat is meestal veruit de grootste kostenpost in een huishouden. Een tegemoetkoming maakt dus al gauw veel verschil. Dat wil overigens niet zeggen dat vergoeding voor andere noodzakelijke kosten niet mogelijk is.
  • Bij aanvragen wordt gekeken of sprake is van onvoorziene en onvermijdelijke terugval in het inkomen en naar draagkracht. Draagkracht betekent hier de verhouding tussen het inkomen en vermogen van het huishouden en de noodzakelijke kosten.
    Met betrekking tot het inkomen is het actuele inkomen het uitgangspunt. Wat betreft vermogen wordt alleen gekeken naar vermogen waar direct over beschikt kan worden. Vermogen dat vast zit in de eigen woning en pensioenen wordt bijvoorbeeld buiten beschouwing gelaten. Over een vrijstellingsgrens wordt nog gesproken.

Invoering hiervan gaat nog tijd kosten. En van gemeente tot gemeente kan complexiteit en doorlooptijd verschillen. Dat betekent dat niet alle gemeenten tegelijk kunnen starten met uitvoering. Afhankelijk van waar u woont, kan een aanvraag TONK dus wellicht relatief laat worden gedaan.

  1. Avondklok, verklaringen

Vanaf zaterdag 23 januari 2021 geldt de avondklok. Dat betekent dat u tussen 21:00 uur ’s avonds en 04:30 ’s ochtends zonder geldige reden niet buitenshuis mag zijn. In uw eigen tuin of op uw eigen balkon mag u overigens wél zijn. Een van de geldige redenen om tóch buitenshuis te zijn, is als u voor werk buiten moet zijn.

Als het nodig is dat u voor werk naar buiten gaat, moet u een ‘werkgeversverklaring avondklok’ EN een ‘eigen verklaring avondklok’ bij zich hebben en kunnen laten zien. Als u als zelfstandige voor uw werk naar buiten moet tijdens de avondklok moet u een ‘eigen verklaring avondklok’ bij zich hebben en kunnen laten zien. Deze formulieren zijn te downloaden via: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/avondklok/formulieren-avondklok

Voor de goede orde: als u naar buiten moet tijdens de avondklok omdat u dringend medische hulp nodig heeft of omdat iemand anders dringend uw hulp nodig heeft, dient u ook een ‘eigen verklaring avondklok’ bij zich te hebben. Deze (medische) noodzaak moet u op de verklaring toelichten. Dat wijst zich vanzelf.

Tevens willen wij u wijzen op onze socials, indien er belangrijk nieuws te melden is zullen wij dit op onze LinkedIn pagina zetten alsmede op onze website.

De komende tijd wordt wellicht nog roeriger dan het toch al is geweest de afgelopen tijd. Voor nadere vragen kunt u terecht bij uw relatiebeheerder, de heer Rob Gerlings of de heer Eric van Erve. Wij doen er alles aan om u zo goed mogelijk van dienst te zijn en te blijven.

 

01
OKT
2020

Update maatregelen coronavirus (NOW 3.0/TVL/Tozo)

Posted By :
Comments : Off

Op vrijdag 28 augustus hebben de Ministers van Financiën, Economische Zaken en Sociale Zaken een derde steunpakket aangekondigd. Dit pakket bevat een voortzetting van de bekende steunmaatregelen NOW, Tozo en TVL, maar ook een herstelpakket dat meer gericht is op de lange(re) termijn. Ook zijn extra ondersteunende maatregelen aangekondigd voor specifieke sectoren die veel hinder ervaren en blijven ervaren van de anderhalvemetersamenleving.

Graag brengen wij u op de hoogte van de maatregelen, aangezien ze gisteren zijn goedgekeurd door de Tweede Kamer.

 

 

NOW 3.0

De precieze voorwaarden zijn nog niet bekend maar het kabinet heeft in de op 28 augustus 2020 verschenen brief over het steun- en herstelpakket al wel de hoofdlijnen bekend gemaakt. Hieruit blijkt dat de NOW 3.0 erg op de NOW 2.0 zal lijken. Puntsgewijs zijn de belangrijkste verschillen:

 

  • De NOW 3.0 bestaat uit drie tijdvakken van drie maanden. Het eerste tijdvak loopt van 1 oktober 2020 t/m 31 december 2020, het tweede tijdvak van 1 januari 2021 t/m 31 maart 2021 en het derde tijdvak van 1 april 2021 t/m 30 juni 2021.
  • In het tweede tijdvak en in het derde tijdvak komen alleen bedrijven met een omzetdaling van minimaal 30% in aanmerking voor de subsidie. In het eerste tijdvak komen net als in de NOW-1 en in de NOW-2 bedrijven met een omzetdaling van minimaal 20% in aanmerking voor de subsidie.
    Op verzoek van de Kamer wordt deze afbouw nader bekeken en eventueel aangepast.
  • In het eerste tijdvak wordt 80% van de loonsom vergoed, in het tweede tijdvak 70% en in het derde tijdvak 60%.
    De financiële ruimte die hiermee wordt vrijgemaakt, zal worden gestoken in een pakket gericht op (om-)scholing van werknemers. Hoe dit zal worden vormgegeven, is nog onduidelijk.
    Ook deze afbouw wordt op verzoek van de Kamer nader bekeken en eventueel aangepast.
  • Belangrijk verschil is dat voor de NOW 3.0 de loonsom met een bepaald percentage kan dalen zonder dat dit ten koste gaat van de subsidie. U kunt dus met werknemers een lager loon overeenkomen zonder dat bij de vaststelling achteraf de subsidie wordt verminderd.
    In het eerste tijdvak is het vrijstellingspercentage 10%, in het tweede tijdvak 15% en in het derde tijdvak 20%.
  • De strafkorting die in de voorgaande versies van de NOW werd toegepast op het moment dat er sprake is van bedrijfseconomisch ontslag (dat bij het UWV aangevraagd dient te worden) wordt losgelaten.
  • Het maximaal te vergoeden loon per werknemer is in het eerste en tweede tijdvak net als in de NOW 1.0 en NOW 2.0 maximaal twee keer het dagloon. In het derde tijdvak wordt het verlaagd naar maximaal één keer het dagloon.

 

U kunt voor ieder tijdvak apart een aanvraag indienen. Ook als u geen aanspraak heeft gemaakt op de NOW 1.0 en de NOW 2.0. Aanvragen moeten weer digitaal worden ingediend bij het UWV. Het UWV doet haar best om ervoor te zorgen dat werkgevers vanaf 16 november 2020 een aanvraag kunnen indienen. Gezien de track-record die het UWV heeft opgebouwd, hebben wij er vertrouwen in dat die datum gehaald zal worden. De vaststelling van de derde tranche NOW-subsidie vindt na afloop van de drie tijdvakken plaats, dus vanaf de zomer van 2021.

 

 

TVL

Het kabinet heeft aangekondigd dat de TVL drie keer met drie maanden verlengd zal worden, de tijdvakken zijn gelijk aan die in de NOW 3.0.

Ook heeft het kabinet aangekondigd dat het maximale bedrag per bedrijf per drie maanden verhoogd wordt naar € 90.000 (was: € 50.000). De overige voorwaarden voor de TVL veranderen niet per 1 oktober 2020.

Per 1 januari 2021 worden de voorwaarden voor de TVL echter aangescherpt want voor de periode 1 januari 2021 t/m 31 maart 2021 wordt de omzetdervingsgrens verhoogd naar 40% en voor de periode 1 april 2021 t/m 30 juni 2021 wordt die grens op 45% gesteld. De overige voorwaarden voor de TVL blijven ongewijzigd.

 

 

Tozo

Ook deze maatregel wordt met drie tijdvakken van drie maanden verlengd. Op hoofdlijnen zal de Tozo 3.0 er als volgt uitzien.

  • Per 1 oktober 2020 komt er, naast alle toetsen die in Tozo 2.0 staan, een toets op beschikbare geldmiddelen. De toets op beschikbare geldmiddelen wordt zodanig vormgegeven dat zelfstandigen niet worden gedwongen onderdelen van hun bedrijf of zelfstandig beroep te liquideren. De toets houdt in dat ondernemers met meer dan € 46.520 aan direct beschikbare geldmiddelen (zoals contant geld, bank- en spaarsaldo en aandelen, obligaties en opties e.d.) niet in aanmerking komen voor de Tozo 3.0. Ander vermogen, waaronder dat uit de eigen woning, afgeschermd pensioen, bedrijfspand, machines, zakelijke apparatuur en voorraden, wordt buiten beschouwing gelaten.
  • Vanaf 1 januari 2021 ondersteunt het kabinet zelfstandig ondernemers waar nodig om zich voor te bereiden op een nieuwe toekomst, hetzij als zelfstandig ondernemer, hetzij als werknemer in loondienst. Gemeenten zullen samen met zelfstandig ondernemers inventariseren of en welke ondersteuning van de zelfstandig ondernemer nodig is. Dit kan bijvoorbeeld gaan om coaching, advies, bij- of omscholing en heroriëntatie. De Participatiewet biedt gemeenten de mogelijkheden om dit maatwerk te bieden.
  • Net als in Tozo 1.0 en Tozo 2.0 zal de kostendelersnorm en levensvatbaarheidstoets niet worden toegepast bij de bepaling van de bijstand voor levensonderhoud.
  • De voorwaarden voor de verstrekking van bedrijfskapitaal zijn hetzelfde als in Tozo 2.0.

 

De einddatum voor de Tozo is 30 juni 2021, waardoor in principe vanaf 1 juli 2021 het reguliere Bbz (weer) van toepassing zal zijn.

 

 

Uitstel van betaling van belastingschulden

Het kabinet heeft besloten dat de periode om uitstel van belasting aan te vragen of te verlengen eindigt op 1 januari 2021. Het versoepelde uitstelbeleid voor alle ondernemers eindigt op 1 juli 2021 afloopt. Dat betekent dat uiterlijk vanaf 1 juli 2021 de opgebouwde belastingschuld afbetaald dient te worden. De Belastingdienst biedt daarvoor een passende betalingsregeling aan, die er op hoofdlijnen als volgt uit zal zien.

 

Deze passende betalingsregeling houdt in dat ondernemers aan wie uitstel van betaling is verleend een betalingsregeling krijgen aangeboden van de Belastingdienst en dat de ondernemer vanaf 1 juli 2021 de opgebouwde belastingschuld moet aflossen in maximaal 36 gelijke maandelijkse termijnen. Als de periode van drie jaar te kort is, dan zal de Belastingdienst samen met de ondernemer kijken of er een maatwerkoplossing mogelijk is. Uiteraard is het ook mogelijk om eerder af te lossen. Als de betalingsregeling loopt, verrekent de Belastingdienst geen belastingteruggaven met de belastingschuld. Ook wordt er in die periode geen zekerheid gevraagd voor de schuld.

Voor de duur van de betalingsregeling geldt het verlaagde percentage invorderingsrente van 0,01%.

 

 

Aanvullende sectorale steun

 

Onder meer voor de volgende sectoren is aanvullende steun dan wel verscherpte aandacht, dus bovenop het bovenstaande pakket, aangekondigd.

  • Voor de cultuursector wordt het eerdere pakket verruimd en verlengd met in totaal € 264 miljoen gericht op ondernemers en € 150 miljoen gericht op herstel c.q. behoud van de lokale culturele infrastructuur.
  • In de evenementenbranche wordt gesproken over nieuwe verzekeringsinstrumenten, waarmee activiteiten mogelijk weer hervat kunnen worden. Mocht blijken dat een rol voor de overheid daarin aantoonbaar doelmatig en wenselijk is, dan zal het kabinet zich daarop beraden.
  • Voor de reisbranche is aangekondigd dat garantiefondsen als het SGR aanvullend ondersteund kunnen worden. Dit zodat zij consumenten schadeloos kunnen blijven stellen bij faillissementen van aangesloten reisorganisaties. Bovendien onderzoekt het kabinet de haalbaarheid van een kredietfaciliteit voor bestaande vouchers.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-4550935.

12
MEI
2020

Tozo: heeft u recht op ondersteuning?

Posted By :
Comments : Off

De Tozo is een verruiming van de bijstand voor zelfstandigen (Bbz), bedoeld voor ondernemers die ouder zijn dan 18 jaar maar die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt. Binnen de Tozo-regeling wordt de DGA behandeld als een zelfstandig ondernemer, dus alsof de DGA winst geniet uit een eenmanszaak of een VOF. Voor een gehuwde DGA is de maximale uitkering € 1.500 en voor een alleenstaande DGA is de maximale uitkering € 1.050.

Voor de Tozo-regeling is het vermogen niet relevant, slechts het inkomen bepaalt of er recht is op de tegemoetkoming.

De DGA dient uit te gaan van het daadwerkelijk genoten loon uit de BV, en de nettowinst die de BV behaalt in de periode waarin de Tozo wordt uitgekeerd. De nettowinst van de BV wordt zo nodig toegerekend naar evenredigheid van het percentage aandelenbezit in de onderneming. Uiteraard gaat het hier om nettowinst na verrekening van vennootschapsbelasting (Vpb).

Maak gebruik van de Tozo-calculator van onze collega’s van LDE Accountants. Daarmee ziet u in een aantal eenvoudige stappen of u in uw situatie en rechtsvorm recht heeft op ondersteuning.

Lees ook deze artikelen:

 

Klik hier om naar de Tozo-calculator te gaan

Heeft u n.a.v. dit bericht of de NOW-regeling vragen? Neem contact op met uw relatiebeheerder, met de heer Rob Gerlings of met Eric van Erve. We zijn u graag van dienst.